Basalt hoeft nauwelijks toelichting. Dit komt niet alleen doordat basalt het meest voorkomende gesteenten op aarde is. Alle oceaanbodems bestaan uit dit donkere ijzer- en magnesiumrijke gesteente. De meesten kennen basalt van de bekende zuilenstructuur; als het niet in de dijken van onze zeeweringen en kademuren is, dan wel van vakanties in IJsland, Frankrijk of Duitsland.
Basalt is een vulkanisch gesteente. Tijdens uitbarstingen onlangs op La Palma (Canarische eilanden) en op IJsland, kwamen eind vorig jaar weken achtereen grote hoeveelheden roodgloeiende lava uit spleten in de aarde tevoorschijn, soms in de vorm van indrukwekkende lavafonteinen. Door afkoeling aan de lucht ontstaan in de lava kristallen, die met elkaar tot het gesteente basalt kristalliseren. De typische zuilenstructuur, die zich van boven als een veelhoekig patroon laat herkennen, is niet het gevolg van het kristallisatie, zoals vaak gedacht wordt. Het ontstaat door verdere afkoeling van het nog hete gesteente. Het zijn dus gewoon krimpscheuren. Fraai ontwikkelde zuilenbasalt ontstaat alleen uit metersdikke lava-uitvloeiingen.

Basalt zoals wij dat vooral kennen, is meest van Tertiaire ouderdom. In die tijd was in de Auvergne in Frankrijk, maar vooral in Duitsland sprake van heftig vulkanisme, waarbij naast veel basalt ook tal van andere vulkanische gesteenten zijn ontstaan. Basalt van deze ouderdom is op het breukvlak donkergrijs tot zwart, al of niet met kleine of iets grotere ‘pitjes’ van kristallen van zwarte augiet, lichtkleurige plagioklaas en geelgroene olivijn. Van dit alles is in de hier afgebeelde basaltsteen niets meer te zien of aanwezig.
Vulkanisme is van alle tijden, en basalt ook. Oude basalt kennen we als ‘melafier-amandelsteen’ uit het Nahe-gebied in West-Duitsland. Deze is van Permische ouderdom, een stuk ouder dus. Melafier-amandelsteen is vaak bruinrood met tal van kleine en grotere gasblazen. In de loop van de tijd zijn hierin mineralen afgezet. Heel bekend zijn de fraai rood gebande agaten, amethist- en kwartsgeodes die in het Nahe-gebied al eeuwenlang gevonden worden. De vele edelsteenslijperijen in Idar-Oberstein zijn hiervan het gevolg.
Nog veel ouder zijn basalten die in de voorlaatste ijstijd als zwerfsteen uit Scandinavië naar ons land zijn vervoerd. De meeste zijn van Precambrische ouderdom en zo’n 1600 tot 2000 miljoen jaren oud. Deze oude basalt is geen basalt meer, zoals we gewend zijn. In het gesteente zijn in de loop van de tijd allerlei mineralogische veranderingen , ofwel omzettingen, opgetreden. Dit gebeurde vooral door waterige hydrothermale oplossingen, die heel makkelijk via microporiën door gesteenten kunnen diffunderen. Hierbij worden bestaande mineralen omgezet in andere. Vaak leidt dit tot kleurverandering. Daarom zien oude basalten er heel wisselend uit en zijn niet of nauwelijks nog als basalt te herkennen. Deze oude basalten worden paleo-basalt genoemd, van ‘paleo’= oud.
In dezelfde hoop stenen als waar de hiervoor besproken Ekeriet uit tevoorschijn kwam, raapte ik deze paleo-basalt op. Het gesteente is nogal pokdalig en deels licht roestkleurig, maar verder vooral heel licht van kleur. Het gesteente bevat talrijke grillige oude gasholten. Deze waren oorspronkelijk met mineralen opgevuld. Verwering in de bodem heeft deze opgelost, waardoor de oorspronkelijke gasbellenstructuur weer tevoorschijn kwam. Dit maakte dat deze zwerfsteen direct als een oeroude basalt, ofwel als een paleo-basalt herkend werd.
Paleo-basalt komt als zwerfsteen vrij veel voor. Je hebt ze in allerlei groenzwarte, grijsgroen, roodviolette, bruinrode en ook geelwitte kleuren. Ook in het Hondsrug-gebied zijn ze niet zeldzaam.


