Letterlijk op zoek naar de sporen uit het verleden
Bijna iedereen heeft wel eens een archeologisch object gezien, bijv. in een museum of op tv. Het zijn de gebruiksvoorwerpen van mensen uit het verleden. Bijvoorbeeld gereedschap, een wapen of iets simpels als een schaal of beker. Allemaal tastbare objecten die ons wat vertellen over de gebruikers en makers ervan. Maar archeologen zoeken niet alleen naar tastbaar materiaal voor informatie.

Archeologen zoeken letterlijk naar sporen uit het verleden. Wanneer er door mensen of dieren in de bodem gegraven wordt laat dit een kleurverschil achter ten opzichte van de bodem eromheen. Zo kun je dus de gaten van ingegraven palen van huisconstructies terugvinden ook al is de houten paal er zelf niet meer. Het herkennen van één paalgat is wat lastig, dus archeologen kijken naar de patronen van sporen om uit te zoeken door welke activiteiten de sporen zijn gemaakt.

Riemke laat zien hoe deze sporen eruitzien, hoe archeologen deze herkennen en wat voor activiteit die sporen hebben gecreëerd.
Deze publicatie en film maakt deel uit van het project Oerschool en oeracademie (met projectnummer NWA.1397.201.001 van het onderzoeksprogramma NWA Wetenschapscommunicatie 2020 dat (mede) is gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).
