Traditioneel wordt de prehistorie onderverdeeld in steentijd, bronstijd en ijzertijd. De laatste tijd wordt het plaatje steeds completer wat betreft de culturele veranderingen die hebben plaatsgehad rondom de transitie van steentijd naar brons- en ijzertijd. Niet alleen markeert het late neolithicum veranderingen in cultuur, de laatste DNA onderzoeken tonen ook aan dat dit de tijd is waarin blanke huid en blond haar in deze streek ten tonele komt, anders dan de donkere trekken van de populaties ervóor – zie de vorige fotoserie met een update van de steentijd foto’s.
In deze serie foto’s laten we verschillende aspecten zien van het leven in de metaaltijden.

Grafheuvels zijn een typisch bronstijd fenomeen, wat de cultuur van toen nu ook de naam “enkelgrafcultuur” heeft opgeleverd. Deze heuvels werden opgeworpen over een enkel graf (vandaar de naam), waarschijnlijk die van een belangrijk figuur. Later konden anderen in de heuvel worden bijgezet. Crematies komen in deze tijd echter ook in gebruik. De as werd in urnen bijvoorbeeld bijgezet in al bestaande grafheuvels.
Archeologen die plekken hebben onderzocht waar de crematies plaatshadden, hebben aan de hand van hoe de resten zijn verspreidt kunnen reconstrueren dat mensen gecremeerd werden zittend in gehurkte houding met de brandstapel rondom opgebouwd, zoals ook in deze foto is weergegeven.

Deze manieren van begraven geven ons belangrijke inzichten in de sociale structuur van deze cultuur. Sommige personen kregen een beduidend rijkere uitvaart dan anderen, wat een sterke hiërarchie suggereert binnen deze maatschappij. Dit is tegengesteld aan hoe het in de hieraan voorafgaande cultuur ging in de nieuwe steentijd. De mensen van de trechterbekercultuur bouwden Hunebedden, die dienst deden als communale graven; veel mensen werden hierin begraven over een langer tijdsbestek, soms zelfs gedurende enkele honderden jaren. Dit suggereert een gelijkwaardigere samenleving, met een sociale structuur gebaseerd op stammen, eerder dan op rijke families die heersen over het gewone volk.

Winter is de tijd om het binnenshuis gezellig te maken. Ik las ooit in een etnografisch verslag van begin vorige eeuw van mensen die in Scandinavië nog het traditionele leven op de boerderij hadden. Zij beschreven de winter als een seizoen waar ze van genoten. De rest van het jaar ben je hard aan het werk om je goed voor te bereiden, en in de winter pluk je de vruchten van je noeste arbeid. Dan maak je het je gemakkelijk bij het vuur, vertel je elkaar verhalen terwijl je handwerk doet, zoals weven. Er waren immers in de bronstijd al wolproducerende schapen. Ook al ligt dit in zowel tijd als plaats ver uit elkaar, dit heeft wel mijn perspectief veranderd over hoe men de harde winter doorkwam.
Deze bronstijd boerderijen zijn flink groter dan die van de voorgangers van de steentijd Trechterbekercultuur. De helft van de boerderij is opgedeeld voor het vee, de ander helft voor de mensen.

Veel bronzen voorwerpen zijn in waterrijke plekken beland, zoals moerassen, waarschijnlijk als offers. Dit betekent niet dat het met omvangrijke rituelen gepaard moet zijn gegaan. In deze artistieke impressie kozen we voor een weergave van een offer als intieme persoonlijke daad.
Veenwegen uit houten planken werden aangelegd door de moerassen, waarschijnlijk deels om toegang te geven tot deze offerplekken. Dit vermoeden we, omdat de vondsten op specifieke plaatsen in hoge concentraties voorkomen, wat de suggestie wekt dat dit betekenisvolle plekken waren. Het houten bouwwerk op de achtergrond is een replica van een vondst nabij Barger-Oosterveld in Drenthe die als “tempeltje” bekend staat. Deze stond oorspronkelijk in een moerasrijke plek, wat langzaam in veen is veranderd, wat het hout goed heeft geconserveerd. Het origineel is te bezichtigen in het Drents Museum.

Er is een zekere mate van consensus binnen wetenschappers dat bijlen in de bronstijd mogelijk gebruikt zijn om hout mee te hakken.

Typisch voor de ijzertijd, is het gebruik van land volgens een roulerend systeem. Je bebouwt een kleine akker (tot ca 50 x 50 meter), het volgende jaar verhuis je naar het volgende stukje land, etc., wat in het landschap een lappendeken van akkertjes achterlaat, waarvan we de sporen tot vandaag de dag nog kunnen herkennen. Ook al hebben de Kelten hier nooit gewoond, staan deze typische lappedekens van akkertjes bekend als “Celtic fields”.

De hippe moderne maalsteen die de man op deze foto gebruikt, zal een kostbaar bezit zijn geweest en op een goed zichtbare plek in de boerderij geplaatst zijn.

Ook bekend uit de ijzertijd zijn de zo geheten veenlijken. Mensen die in het moeras beland zijn, zijn soms uitzonderlijk goed bewaard gebleven wanneer gedurende de eeuwen het moeras in veen is veranderd. Deze veenlijken bieden een uniek kijkje in het verleden en roepen soms meer vragen op, dan dat ze antwoorden bieden. Vaak gaat het om mensen die een hoge status hadden genoten die op een geweldadige manier aan hun eind zijn gekomen, waarna ze in het moeras onder water vast zijn gepind. Dit suggereert dat er misschien iets van waarheid zit achter de geruchten van de Romeinen over mensenoffers.
Soms zijn veenlijken zo goed bewaard, dat de maaginhoud geanaliseerd kan worden. Bijvoorbeeld een vrouw die bij Zweelo gevonden is, ca 35 jaar oud en elegant gekleed in linnen met een wollen omslagdoek, had een laatste maaltijd van pap en had een hoop bessen gegeten vlak voordat ze stierf.