Menhirs zijn staande stenen. Ze zijn onderwerp van diverse volksverhalen. De benaming menhir is uit het Bretons afkomstig: maen betekent ‘steen’ en hir betekent ‘hoog’. In Duitsland en Scandinavië wordt de term Bauta of Bautastein gebruik voor deze staande stenen. In Zweden kent men de term rest sten, wat ‘opgerichte steen’ betekent.
Sommige menhirs zijn slechts een meter hoog, maar er zijn ook veel grotere exemplaren te vinden. Ze zijn wijd verspreid over Europa, Afrika en Azië, maar zijn het talrijkst in West-Europa; vooral in Ierland, Groot-Brittannië en Bretagne. In Nederland zijn geen menhirs bekend, maar dat hoeft niet te betekenen dat hier nooit menhirs hebben gestaan.
Soms staan menhirs op zichzelf en dan worden ze ook wel ‘monoliet’ genoemd. Waar menhirs in groepen verschijnen – vaak in een cirkelvormige, ovale, henge- of hoefijzerformatie – worden ze megalithische monumenten genoemd. Dit zijn plaatsen van oude religieuze ceremonies, soms met grafkamers. De exacte functie van menhirs heeft tot meer discussie geleid dan elke andere kwestie in de Europese prehistorie. Vaak worden ze gezien als gedenkteken van de doden, met een symbolische betekenis als middel om voorouderlijke geesten te aanbidden.

Recent onderzoek naar de ouderdom van megalieten in Bretagne suggereert een zeer oude oorsprong, misschien wel zes- tot zevenduizend jaar geleden. Maar er zijn ook veel jongere menhirs te vinden. Ook zijn er volken waarbij nog altijd menhirs worden opgericht en waarbij rituelen worden uitgevoerd bij de staande stenen, zoals bijvoorbeeld in Indonesië. In Indonesië werden al menhirs opgericht in het neolithicum. Duizenden jaren lang is het gebruik van het oprichten van stenen blijven bestaan, maar het is onbekend of de betekenis, die aan het oprichten van de stenen wordt toegekend, in al die jaren gelijk gebleven is. Tegenwoordig wordt bij de Toraja op Celebes bij elk dodenfeest op de offerplaats een steen toegevoegd en worden de te offeren karbouwen er aan vastgebonden.
Menhirs worden naast gedenksteen en voorouderverering o.a. in verband gebracht met astronomie. Steencirkels zouden gebruikt worden om de hemel te observeren, zo is de verzameling staande stenen een soort zonnetempel en hebben de megalieten een kalenderfunctie. Maar ook andere hemelobjecten kunnen worden gevolgd, zoals bijvoorbeeld de maan. Sommige menhirs zijn opgesteld naast gebouwen die vaak een vroege of actuele religieuze betekenis hebben.
Rond 1230 na Christus schreef de IJslandse historicus Snorri Sturluson in de Heimskringla over een beroemd persoon: “… en hij werd begraven, en er werd een Bauta voor hem opgericht.” Er wordt beschreven dat het gebruikelijk is “alle doden te verbranden en na hen gedenkstenen op te richten” en dat deze gewoonte lange tijd in Noorwegen en Zweden werd gehandhaafd. In De steen van Baldr wordt meer verteld over de Balderstein. Deze specifieke Bauta steen is 7,8 meter hoog en 1,25 meter breed en is naar verluidt de hoogste monumentale steen van Noorwegen. De steen heeft geen inscripties, maar vindt zijn oorsprong waarschijnlijk in de ijzertijd aangezien hij op de overblijfselen van een grafheuvel uit de periode 500-800 staat. De verhalen over de dood van Baldr zijn fragmentarisch te vinden in de Lied-Edda en uitvoerig in de Snorra-Edda en in de Gesta Danorum van Saxo Grammaticus.
In 2022 werden in Noorwegen in totaal 1.509 monumentale stenen geregistreerd. Ze dateren meestal uit de late ijzertijd, de Vikingtijd en de vroege middeleeuwen. In Denemarken worden de Bautasteinen meestal geassocieerd met graven, maar ook met gebedshuizen. Het woord bauta is afgeleid van het Noorse bautaðr of bautuðr en kan worden geassocieerd met het werkwoord slaan of doden. Bautastenen zijn voorlopers van runenstenen, meestal met minstens één platte kant. Tijdens de ijzertijd, rond de 4e eeuw na Christus, werden gedenkstenen gegraveerd met runen. Volgens de eerste lezing symboliseerde een Bautastein aanvankelijk de vruchtbaarheid en werd het later een gedenksteen voor een overledene. Er zijn enkele fallische gebeeldhouwde stenen gevonden, bijvoorbeeld die van Steinkjer in Noorwegen.
Johann Daniel Major schrijft in 1692 dat de Bautastenen vroeger rond alle grafheuvels werden opgetrokken. Predikant Troels Arnkiel schrijft in 1703 “Bij deze heidense grafheuvels en bergen stonden de grote stenen als pilaren, wat werd gedaan ter nagedachtenis aan de doden. Het is jammer dat deze grafstenen op veel plaatsen zijn weggehaald en zijn veranderd in de muren van kerken, kastelen, boerderijen, stenen hekken en kerkhofmuren. Vandaar dat veel grafheuvels en bergen in het veld naakt en kaal staan, en verstoken zijn van de bijbehorende steencirkels en kransen.”
Ook Johann Friedrich Camerer beschrijft de “heidense oude stenen” in 1756. Camerer zag een Bautasteen en tekende deze op Sylt. Ook zag hij verschillende stenen in de gebieden rond Pöschendorf. Camerer vermeldt dat Johannes Schefferus (1621-1679) het woord “Bauta” met “bloed” vertaalde, “omdat deze bloedstenen zijn opgericht ter ere van degenen die hun bloed vergieten in oorlog“.
Ook worden Bautastenen als grensscheidingen gezien. De Hávamál verwijst echter naar de Bautastenen:
sjaldan bautarsteinar
standa brautu nær,
nema reisi niðr bij nið.
Bautastenen zijn er zelden
dichtbij de weg
tenzij een bloedverwant ze voor de verwanten opricht.
Dit betekent dat de stenen waarschijnlijk van functie zijn veranderd. Ze verloren hun oorspronkelijke betekenis, en de tekst suggereert dat ze geen (in onze zin) religieuze betekenis meer hadden. Aangenomen wordt dat deze verandering teruggaat op christelijke invloeden, waar grafstenen met inscripties al gebruikelijk waren.
Een ‘Steinsetting’ is een verzamelnaam voor prehistorische monumenten die bestaan uit opgerichte stenen die ronde, vierkante of ovale cirkels vormen. Ronde steenformaties zijn het meest voorkomende type en komen voor vanaf de bronstijd tot in de Vikingtijd. In Noorwegen worden de ronde vormen ook wel tingsteiner (dingstenen, een ding is een volksvergadering) genoemd en in het Zweeds zijn ronde bouwwerken bekend als domarringer. Een variant, die meestal “gebakken ei” wordt genoemd, met een kiezelvulling vergelijkbaar met een eigeel in het midden van de stenen zetting, behoort meestal tot de oudere ijzertijd.
Vierkante vormen zijn het meest voorkomend tijdens de oudere ijzertijd. Rechthoekige vormen zijn gebruikelijk in de late Vikingtijd – meestal vindt men hier skeletgraven en christelijke begrafenissen. Een Treudd of Treuddar is een meer ongebruikelijke vorm, een gelijkzijdige driehoek met gekromde zijden, die vooral voorkomt tijdens de Romeinse ijzertijd in bijvoorbeeld Småland en tijdens de Vendelperiode en de Vikingtijd in Mälardalen.
Sommige Steinsettingen zijn in de vorm van een schip gebouwd, dit wordt wel een steenschip genoemd. Ongeveer 2000 steenschepen zijn bekend, voornamelijk in het Oostzeegebied. Er zijn enkele in Estland en Letland (daar Velna laiva, “duivelsboot”, genoemd), in Duitsland, Finland (op de Ålandseilanden), op IJsland (Mosfellsbær), in Noorwegen en in Rusland. In Denemarken en Zweden komen ze het meest voor. De grootste is 354 meter lang en ligt bij Jelling (ooit de Vikinghoofdstad van Denemarken). Het steenschip is niet meer zichtbaar in het landschap en het is mogelijk dat vele stenen in de loop der jaren zijn hergebruikt voor andere doeleinden.
Er zijn grafheuvels over delen van het steenschip opgeworpen, het steenschip werd waarschijnlijk opgericht door koning Gorm de Oude. Gorm verenigde heel Denemarken onder zijn gezag en regeerde in Jelling. Hij overleed in ca. 950 en werd begraven in een grafheuvel in Jelling. Zijn zoon Harald I van Denemarken bekeerde zich korte tijd later tot het christendom. Hij bouwde een kerk in Jelling en liet zijn ouders daar herbegraven. Het hout van de kist van Gorm in die kerk is gedateerd op 958, maar dat geeft waarschijnlijk de datum van de herbegrafenis en niet van de dood van Gorm.
Steenschepen symboliseren het schip dat de overledenen naar het dodenrijk moet brengen. Ze vormen niet alleen de begrenzingen van de graven, maar waren ook een onderdeel van de grafcultus in die tijd. Steenschepen zijn vaak te vinden in verband met grafheuvels en runenstenen, ook wel de “combinatie van drie” genoemd. De Zweedse onderzoeker Joakim Wehlin heeft gesuggereerd dat ten minste enkele van de scheepswrakken marktplaatsen zouden zijn geweest in plaats van graven, en met name brons zou via deze plekken zijn verhandeld.

De bouwwerken in verschillende vormen komen regelmatig op korte afstand van elkaar voor, bijvoorbeeld bij Istrehågan in Noorwegen. Dit is een begraafplaats uit de Romeinse ijzertijd (400-500 na Christus, rond 500 was de migratieperiode waarin massale migraties plaatsvonden binnen Europa) en werd tot ca. 600 gebruikt. Istrehågan is gelegen bij Jåberg in Vestfold. Het bevat drie stenen cirkels en twee steenschepen.
Schip 1 bij Istrehågan bestaat uit zeven (ongeveer een meter hoge, ongebruikelijk naast elkaar gelegen) stenen platen die een scheepsvorm vormen van ongeveer 10 meter lang en 2 meter breed. Schip 2 bestaat uit 18 (tot vier meter hoge) stenen die op een twee meter brede onderste steenpakking staan en een stenen schip vormen van ongeveer 25 meter lang en negen meter breed. De stenen op het middelste deel van de lange zijden bestaan uit ronde monolieten van geringe hoogte. In het midden van het schip werd een kuil gevonden waar de crematie heeft plaatsgevonden. De cirkels zijn 5, 9 en 11 meter in diameter. Istrehågan wordt beschouwd als een van de mooiste culturele monumenten van Noorwegen in zijn soort. Wat de naam betekent is onzeker, maar Istra is een beek in het gebied.
Er zijn talloze volksverhalen verbonden aan plekken met menhirs. Volgens veel mensen draait de Bautasteen bij Strangelshøj zich om als hij naar versgebakken brood ruikt. Dit volksgeloof is wijdverbreid in Denemarken. Hetzelfde verhaal wordt bijvoorbeeld verteld over de zwerfkei Spejdersten, de grootste steen op het eiland Falster. Brood wordt vaker in verband gebracht met megalieten, voorbeelden zijn te vinden in Dolmen en feeën in Frankrijk, De duivel en hunebedden bij Vehrte, Wie bouwden de megalieten op het Iberisch schiereiland?, Verhalen over offerstenen – 2 en Verstening. Ook het zichzelf omdraaien van een steen komt bij diverse verhalen over megalieten voor.
Ten westen van het dorp Wolfshagen, vlakbij het pittoreske Stepenitzv in Duitsland, ligt een plaats vol oude legendes. Op de Teufelsberg ligt een belangrijke cultus- en begraafplaats uit de bronstijd. Een dubbele steencirkel, ongeveer zeven meter in diameter, werd ontdekt tijdens opgravingen in de jaren 1930 op dezelfde plaats als een oudere Ustrine (crematieplaats). In de directe omgeving bevinden zich ondiepe crematiegraven in verschillende vormen, vaak omlijst met stenen. Ze worden als uniek beschouwd voor landkreis Prignitz en zijn een tussenvorm van de grafheuvels die rijkelijk zijn gevuld met grafvoorwerpen, zoals het graf van de koning in het naburige Seddin, en vlakgraven van eenvoudige boeren.
Lang voor de opgravingen waren er volksverhalen verbonden aan de Teufelsberg. Een boer uit Wolfshagen ontmoette een vreemdeling die hem vroeg hem naar Seddin te dragen voor een rijke beloning. Hoewel de last steeds zwaarder werd, voerde de boer deze taak uit. Toen de boer de vreemdeling bij Seddin neerzette, zei deze hem terug te gaan naar de plaats waar hij hem had opgepikt. Als hij daar zou graven, zou hij een grote schat vinden die hij zonder een woord te zeggen naar huis zou moeten brengen. De boer ging graven op de Teufelsberg (duivelsberg) en slaakte een kreet van verbazing toen hij de schat vond, waarna deze meteen verdween. Er verrees een heuvel op de plek waar de boer gegraven had.
Boeren in de omgeving vertellen dat ze vaak tussen 12 en 1 uur ’s nachts een mysterieuze, angstaanjagende gloed van vuur op de Teufelsberg hebben opgemerkt. Er is ook een verhaal bekend waarin een boer een vreemdeling met paard en wagen vervoerde, later ontdekte hij dat ze hadden gevlogen. Hij had namelijk zijn zweep laten vallen, doordat deze aan een tak bleef hangen tijdens de rit. De boer vond zijn zweep terug aan de hoogste punt van een oude grote eik, die op een heuvel stond. De kist die hij als vergoeding voor de reis ontving, leek vol te zitten met mest. Maar er rolden goudstukken uit en toen begreep de boer dat hij de duivel had vervoerd met zijn wagen. De heuvel met de eik werd daarna Teufelsberg genoemd. Het komt vaak voor dat belangrijke plekken tijdens de kerstening met de duivel werden verbonden.
Ook komt het voor dat deze voorchristelijke plekken juist met bijbelse verhalen of heiligen in verband werden gebracht. Zo is er een verhaal bekend in Noorwegen over een plek die De fem dårlige jomfruer (de vijf slechte maagden) wordt genoemd: Ooit was Saint Olav vanuit het noorden op weg naar het koninklijk landgoed in Avaldsnes. Toen hij Salhusstraumen passeerde, zag hij vijf jonge meisjes op het strand staan. Ze riepen naar hem en wilden dat hij bij hen aan land kwam. Maar de koning schreeuwde terug dat ze daar maar in al hun schaamteloosheid konden blijven wachten. Toen veranderden de meisjes in steen en sindsdien hebben ze daar gestaan en keken naar Avaldsnes en wachtten op de koning. Het verhaal verwijst naar het verslag in het evangelie van Matteüs: de gelijkenis van de vijf goede en vijf slechte maagden.
Tegenwoordig zijn bij De fem dårlige jomfruer alleen de stenen nog zichtbaar, maar in 1825 werd duidelijk dat ze op een begraafplaats stonden. Het was een treudd; de al eerder genoemde driehoekige grafheuvel met gebogen zijkanten. Er was een steen in elke hoek van de heuvel geplaatst, en twee in het midden. De heuvel zelf is verdwenen door cultivatie, maar de stenen zijn met rust gelaten. In 1901 werd net ten westen van, en onder, de twee middelste stenen een steenformatie gevonden. Het bleek een graf te bevatten; in een open ruimte tussen de stenen lag een bronzen vat dat uit het Rijnland is geïmporteerd. De overledene was in een berenvel gewikkeld en gecremeerd. De as werd vervolgens in een doek gewikkeld en in het vat gedaan.
Een astronomisch verband met menhirs wordt vaak vermoed, het komt ook voor in Amerika. Nabij Villa de Leyva zijn nog 25 grote cilindrische menhirs te vinden die in oost-westrichting zijn geplaatst. Deze stenen werden gebruikt bij astronomische observaties en religieuze ceremonies, en waarschijnlijk fungeerden ze als een grote zonnewijzer. Deze plek, die door de Spaanse koloniserende macht “de kleine hel” genoemd werd, bestaat uit rijen opgerichte menhirs die tijdens de zonnewendes van juni en december een lijnrechte schaduw werpen. El Infiernito, net buiten Villa de Leyva, is een van de weinige tastbare overblijfselen van de astronomische kennis van de Muisca cultuur.
Ook in Europa worden diverse menhirs met astronomische observaties en astronomische gebeurtenissen in verband gebracht. Bekend is bijvoorbeeld de Heelstone bij Stonehenge. De oriëntatie van deze menhir is zodanig dat op de ochtend van midzomerdag, de dag waarop de zon het verst naar het noordoosten opkomt, de zon recht boven de Heelstone staat. De betekenis van de lange schaduw die de Heelstone bij deze gelegenheid onder meer op de altaarsteen, de voet van de blauwe stenen en het sarsenhoefijzer werpt tijdens zonsopgang is niet bekend.
De Heel Stone is een groot blok sarsensteen dat in de Avenue buiten de ingang van het Stonehenge staat. In doorsnede heeft de steen een minimale dikte van 2,4 meter. De steen is ongeveer 4,7 meter hoog en heeft een taps toelopende top. Opgravingen hebben aangetoond dat nog eens 1,2 meter in de grond is begraven. De Heelstone staat op 77,4 meter vanaf het centrum van de Stonehenge cirkel. De steen leunt naar het zuidwesten, bijna 27 graden ten opzichte van de verticaal.
Mythen en legendes over de duivel die een “Friar’s Heel” (hiel van een broeder) sloeg met een steen leidde tot de benaming; Heel Stone betekent hielsteen. Er wordt ook beweerd dat “Friar’s Heel” een verbastering is van “Freyja’s He-ol” of “Freyja Sul”, wat verwijst naar de Noordse godin Freyja en de Welshe woorden voor respectievelijk “weg” en “zondag”. Meer informatie over de bouw van Stonehenge is te vinden in Koning Arthur en Stonehenge.

Ten oosten van de Erdmannlistein in Zwitserland is een vrijstaande, 2 meter brede tandvormige steen te vinden. In het zuiden ligt een platte steen die waarschijnlijk ooit rechtop heeft gestaan. Bij de noordelijke basissteen staat een menhir-achtige steen. Op 21 meter afstand, in noordwestelijke richting, ligt nog een steen van 3 meter lang, vermoedelijk een menhir. Ook aan de andere kant, 28 meter ten zuidoosten, staat een lage steen. Er is een verband met betrekking tot de stand van de zon te zien. De Erdmannli- en Bettlerstein in Aargau, met een verscheidenheid aan andere stenen in het gebied, vormden misschien een oeroud kalendersysteem. De naam van de Bettlerstein zou zijn afgeleid van het feit dat bedelaars, verschoppelingen en reizigers vroeger onder het uitstekende stenen dak kampeerden en beschutting zochten.
Ook met deze plek zijn volksverhalen verbonden. Vele jaren geleden hadden aardmannetjes hun thuis onder de Erdmannlistein. De kleine mannetjes waren heel betrouwbaar en deden allerlei dansjes en sprongen. Ze namen dankbaar kruidenm kool en rapen aan als beloning. Ze konden goed met mensen opschieten totdat twee jonge jongens op het idee kwamen een trucje uit te halen met de kleintjes. Ze gooide stenen in hun grot. Toen hoorde je een jammer en kreun. Sindsdien zijn ze aardmannetjes spoorloos verdwenen. Er is een legende dat de Erdmannli weer tevoorschijn zouden komen als iemand zeven keer met ingehouden adem rond de Erdmannlistein zou rennen.
Deze Erdmannlistein is een Chindlistein, Kindlistein, Poppelistein of Tittistein. Hier haalt de vroedvrouw de pasgeborenen. Bepaalde Chindlistesteine (bijvoorbeeld die uit Heiden en Hüttikon) worden geassocieerd met vruchtbaarheidsrituelen van vrouwen. Vrouwen worden verondersteld “met blote billen over de Chindlistein te glijden om hun vruchtbaarheid te vergroten en hun kinderwens te vervullen”. Er wordt ook gezegd dat “tijdens hongersnoden en tijden van oorlog kinderen verborgen werden door de steen”. Er zijn op veel plaatsen soortgelijke stenen te vinden, zie voor voorbeelden het artikel over Kinderstenen.
In de afgelopen eeuwen zijn menhirs bewust vernietigd. Men gooide de staande stenen om en in diverse gevallen begroef men ze, zodat ze uit de herinnering verdwenen. Ook werden menhirs hergebruikt. In de afgelopen eeuwen werden de stenen bijvoorbeeld gebruikt als bouwmateriaal voor gebouwen en bruggen, maar hergebruik gebeurde ook al in de Oudheid. Sommige menhirs werden gebroken en opgenomen in latere dolmen. Dit gebeurde o.a. op het Iberisch schiereiland. Het is niet bekend of dit hergebruik opzettelijk was of dat de grafbouwers van de domen de menhirs gewoon als een handige steenbron zagen.
De menhir de la Fuente de Abajo in Valencia del Ventoso-Badajoz is niet langer een staande steen. De steen wordt tegenwoordig hergebruikt als drinkbak voor paarden. De (nu uitgeholde steen) wordt gevuld met water uit de naastgelegen fontein.
Als eerste afbeelding in dit artikel is de Grand Menhir Brisé (de grote gebroken menhir) afgebeeld in de uitlijning van 19 menhirs (waar deze staande steen ooit de grootste van was). Het is de grootste bekende menhir ter wereld, hij werd rond 4500 v.Chr. opgericht. De steen werd bewerkt (het oppervlak werd gladgestreken, zo tonen inslagsporen van kwarts aan). Bewerking gebeurde nadat de steen was opgericht: de sokkel, die in de grond was ingebed, vertoont geen sporen van bewerking.
Volgens professor Alexander Thom heeft de site mogelijk gediend als maanmarkering, waarmee mensen uit die tijd de 18,6-jarige maancyclus konden berekenen door naar de stenen vanuit omringende posities te kijken. Bovendien voorspelde Thom de locatie van verschillende archeologische vindplaatsen vanuit zijn hypothese.
De Grand Menhir Brisé wordt ook wel Er Grah of Men ar hroëc’h (wat “Steen van de Fee” betekent in het Bretons) genoemd. Er zijn talloze megalieten in verband te brengen met feeën, zie Dolmen en feeën in Frankrijk. Ongeveer 200-300 jaar nadat de steen werd opgericht, viel de menhir om. Of dit door mensenhanden of door een aardbeving gebeurde, is nog onduidelijk. Toen de steen viel, brak het in vier delen. Een deel van deze menhir werd de latere deksteen van de Table des Marchand. Deze dolmen is in zijn gereconstrueerde staat ongetwijfeld een van de meest imposante megalieten in Europa. Het hergebruik van vernietigde oudere menhirs wijst op een – mogelijk ingrijpende – cultureel-religieuze verandering in de periode rond 4000 voor Christus.
In Pruisen, Zuid-Rusland, Oekraïne, Zuid-Siberië, Centraal-Azië en Mongolië komt de koerganstele of balbal voor. Deze beelden zijn op of rond koergans (een type grafheuvel) geplaatst, soms in een dubbele rij die naar een koergan loopt. De oudst aangetroffen koergansteles, uit het 4e millennium v.Chr., worden in verband gebracht met de Jamnacultuur en Kemi-Obacultuur. Deze vroege stenen tonen duidelijke overeenkomsten met de standbeeld-menhirs uit Zuid-Frankrijk en het westelijke Middellandse Zeegebied. Vele koergansteles zijn vernietigd of werden gebruikt als bouwmateriaal.
Over de hele wereld komen staande stenen voor. Ze hebben soms verschillende benamingen. Er is veel over bekend, maar er zijn nog vele vragen onbeantwoord. In veel gevallen zijn ze verplaatst, vernietigd of hergebruikt. Maar er staan ook nog veel stenen overeind. Met plezier lees ik de volksverhalen die verbonden zijn aan deze megalieten. En met belangstelling volg ik de wetenschappelijke onderzoeken die nog altijd worden uitgevoerd. Wie weet wat er nog ontdekt gaat worden over deze plekken. Zal men gaan graven zoals in de volksverhalen? Zou de schat verdwijnen als men hierover spreekt? Zou men zwijgen om de schat te behouden? Misschien verandert de aarde wel in iets net zo waardevol als goud, als men echt ziet wat er te vinden is.
Marinda Ruiter

Bronnen
https://nl.wikipedia.org/wiki/Menhir
https://nl.wikipedia.org/wiki/Standbeeld-menhir
https://en.wikipedia.org/wiki/Menhir
https://wp-de.wikideck.com/Bautastein
https://stringfixer.com/nl/Dakon
https://nl.wikipedia.org/wiki/Zonnegod
https://www.travelmarker.nl/bestemmingen/azie/indonesie/geschiedenis/historie.htm
https://nl.wikipedia.org/wiki/Steenschip
https://www.landkreis-prignitz.de/de/zu-gast-im-landkreis/tourismus/zao/zao_teufelsberg.php
https://de.wikipedia.org/wiki/Wolfshagen_(Gro%C3%9F_Pankow)
Wolfshagen – Der Teufelsberg
https://no.wikipedia.org/wiki/De_fem_d%C3%A5rlige_jomfruer
https://www.freiamt.ch/wp-content/uploads/06_Wohlen_Erdmannlistein.pdf
Afbeeldingen
De rante By Tropenmuseum, part of the National Museum of World Cultures, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=8607031
Koergan By Transferred from en.wikipedia to Commons by Sreejithk2000 using CommonsHelper., Public Domain, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=16600253
Drinkbak https://www.flickr.com/photos/mamenrafa/11365437685
Menhirs https://id.wikipedia.org/wiki/Berkas:Batu_dakon_140101-0106_cia.JPG
Vijf Av Colliekar – Eget verk, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=50284351
Istrehågan Av Vestfoldmuseene from Sandefjord, Norway – Istrehågan, Tjølling, CC BY-SA 2.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=34517562
Klebæk Høje gezien vanaf de oostelijke heuvel Av Hjart – Eget verk, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=87720599
Treud Av Oscar Montelius (1843-1921) – Oscar Montelius, Sveriges hednatid, samt medeltid, förra skedet, från år 1060 till år 1350 (1877), Public Domain, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=19464311
Erdmanlistein Von Adrian Michael – Eigenes Werk, CC BY 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=81352691
Table Von https://wellcomeimages.org/indexplus/obf_images/70/96/6e0a1e2f3b1600c99388e9bba1cf.jpgGallery: https://wellcomeimages.org/indexplus/image/M0015579.htmlWellcome Collection gallery (2018-03-31): https://wellcomecollection.org/works/bd6ksfh6 CC-BY-4.0, CC-BY 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=36370334
Grand menhir By http://www.monuments-nationaux.fr/ – http://www.monuments-nationaux.fr/fichier/m_docvisite/29/docvisite_fichier_17B.locmariaquer.ES.pdf, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=41966504
Heelstone https://www.britannica.com/topic/Stonehenge