Koning Arthur versloeg een reus bij Arthur’s Stone in Herefordshire. Tijdens zijn val liet deze reus een afdruk achter op een van de stenen van deze dolmen. De verslagen reus werd begraven in de dolmen. Een andere uitleg is dat de indrukken zijn gevormd toen koning Arthur op de site ging bidden; het zou gaan om afdrukken van zijn knieën of ellebogen. En een derde verklaring is dat het bouwwerk is opgericht om de veldslagen van koning Arthur te gedenken.
Niet iedereen gelooft dat koning Arthur echt heeft bestaan. Degenen die geloven dat koning Arthur, of een figuur zoals hij, heeft bestaan, zijn in twee verschillende kampen te verdelen. Er zijn fervente aanhangers van een historische Arthur, een echte Britse Koning uit de vijfde of zesde eeuw, en degenen die beweren dat Arthur een samengestelde figuur is met kenmerken ontleend aan meerdere belangrijke figuren uit het post-Romeinse Groot-Brittannië.
Arthuriaans geleerde Geoffrey Ashe ondersteunt de theorie van Romeinse heropleving die leidde tot de komst van Arthur in de Britse geschiedenis. Hij wijst erop dat Artorius een Romeinse naam is en deze gemakkelijk veranderd kan zijn in Arthur in de loop van de tijd. Het draak-embleem werd in die tijd geassocieerd met zowel Romeinse keizers als Keltische leiders, net zoals de status van Uther (de vader van Arthur) wordt aangeduid met zijn naam Pendragon.
Wie meer over koning Arthur wil weten, verwijs ik naar koning Arthur en megalieten en koning Arthur en Stonehenge.
Maar niet alleen koning Arthur wordt in verband gebracht met Arthur’s Stone. Het gebied rondom de dolmen inspireerde CS Lewis voor zijn fictieve land Narnia en Arthur’s Stone was hierbij de inspiratie voor de stenen tafel waarop Aslan de Leeuw wordt geofferd in ‘The Lion, The Witch en The Wardrobe‘.
Voor wie nog niet eerder over dit boek heeft gehoord volgt een korte samenvatting.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog vinden vier Engelse kinderen – Peter, Susan, Edmund en Lucy, die voor hun veiligheid zijn afgezonderd in het landhuis van een oude professor – hun weg naar Narnia via een betoverde kledingkast. Aslan, ook bekend als The Great Lion, is de schepper en de ware koning van de wereld van Narnia. Hij zingt en brult Narnia tot leven: “Narnia, Narnia, Narnia, awake. Love. Think. Speak. Be walking trees. Be talking beasts. Be divine waters.“
Aslan verschijnt in verschillende maten aan verschillende mensen, hoewel hij zelf nooit verandert; naarmate mensen groeien in wijsheid en karakter, kunnen ze meer van zijn grootsheid waarnemen. Aslan haalt regelmatig mensen van de aarde, zowel om Narnia te helpen als om die mensen belangrijke lessen te leren. Hij is over het algemeen een vertegenwoordiging van alles wat goed is.
Meneer Beaver beschrijft Aslan in hoofdstuk 17: “Hij zal komen en gaan. De ene dag zul je hem zien en de andere niet. Hij houdt er niet van om vastgebonden te worden – en natuurlijk heeft hij andere landen te verzorgen.“
Aslan bezit een zekere alomtegenwoordigheid en kan zich in verschillende vormen manipuleren, verplaatsen, genezen en manifesteren. Zijn adem kan degenen genezen die versteend zijn, het moreel van de ongelovigen een boost geven en slaap voor anderen veroorzaken. Als Edmund zal worden gedood, biedt Aslan aan zich in zijn plaats te laten offeren. Volgens de wetten van de diepere magie werd Aslan daarna als een onschuldig slachtoffer weer tot leven gewekt. Na zijn wederopstanding bracht hij de versteende Narnians tot leven op de binnenplaats van de Witte Heks en leidde hen naar de Eerste Slag bij Beruna, die hij snel won door de Witte Heks te doden.
Arthur’s Stone staat naast een laan net onder de top van Dorstone Hill en biedt bij helder weer een prachtig uitzicht op de Black Mountains. Zelfs vandaag de dag ligt het op een parochiegrens. Van de Scilly-eilanden tot ver in Schotland zijn minstens honderdzestig plaatsen met Arthuriaanse overlevering verbonden. “Het verbinden van Arthur aan elementen in het landschap is begonnen in de negende eeuw,” schrijven Lacy en Ashe in het ‘Arthurian Handbook’. Arthur-sites vallen in verschillende categorieën:
– degenen die bij naam met Arthur zijn verbonden,
– degenen die in verschillende versies van de legende worden genoemd,
– degenen die niet expliciet worden genoemd, maar in verband worden gebracht door verschillende claims in het verleden.
Het bouwwerk ligt bij Hay-on-Wye en is gelegen nabij de grens tussen Wales en Engeland. Arthur’s Stone is een van de belangrijkste monumenten uit het stenen tijdperk in Engeland.
Er zijn nu nog negen draagstenen op de site aanwezig en een enorme deksteen van 25 ton. Een groot deel van de deksteen is afgebroken en in de kamer gevallen.
Arthur’s Stone is een zeer indrukwekkende neolithische grafkamer die goed bestudeerd is sinds de eerste beschrijving in het begin van de 18e eeuw, onder meer door de plaatselijke antiquair Arthur Watkins. Hij schrijft dat het bouwwerk eerst een cromlech werd genoemd, maar daarna als dolmen werd aangeduid. Watkins schrijft dat de resten van een heuvel kunnen worden gezien, hij denkt dat deze heuvel is gebruikt om de deksteen boven de draagstenen te kunnen slepen. Toen Watkins de site beschreef was de deksteen al enkele eeuwen gebroken, hij vertelt dat deze 18½ voet lang en 12 voet breed is.
Watkins schrijft verder dat er verschillende zeer bekwame waarnemers, zoals de astronoom Sir Norman Lockyer en admiraal Boyle Somerville, door zorgvuldige waarnemingen bij een aantal hunebedden hebben aangetoont dat ze in hun hoofdas vaak op één lijn liggen met zonsopgang op de langste of kortste dag, of de equinox, of het halve kwartier ertussen. Deze dagen worden nog steeds gevierd door middel van gewoonten die zonder onderbreking van prehistorische praktijken komen. Ook meldt Watkins dat de ingang meestal in een dergelijke richting wijst. Lockyer vermoedt dat het observatiegrotten waren van een cultus van bekwame zonnewaarnemers, die de vroege mens van een kalender voorzagen voor seizoensteelt. Hij wijst er op dat het latere gebruik van dolmen (waarbij hier mensen werden begraven) dit niet weerlegt, want als dat zo is zouden volgens hem ook kerken alleen zijn opgericht om personen te begraven en niet als plaats van aanbidding (want ook hier zijn menselijke resten in te vinden).
Watkins schrijft verder dat waarnemers af en toe aantonen dat de uitlijningen van dolmen langs de as wijzen naar een verre heuveltop, of staande steen, of barrow (grafheuvel) op een hoogte, en zo aansluiten bij de topografische uitlijningen die hij heeft gedemonstreerd als het ‘oude rechte pad’.
W.H. McKaig heeft een ruw plan van de Arthur’s Stone gemaakt dat aantoont dat de as 24° ten westen van het ware noorden ligt, en dit kan in geen enkel seizoen worden verbonden met zonsondergang of zonsopgang.
Watkins noemt de twee merkwaardige inkepingen die in de westelijke rand van de grote platte steen zijn gesneden, deze steen is 12 voet verwijderd van de deksteen en ligt loodrecht op de as. Watkins heeft soortgelijke inkepingen op illustraties van andere oude stenen gezien en, zonder hun exacte doel te definiëren, vermoedt dat ze dienen voor waarnemingsobservatie. Ze zijn het enige bewijs dat hij ziet dat er aan een van de stenen “gewerkt” is, verdere cup-markeringen (napjes) zijn afwezig.
Het plan toont een structuur dat lijkt op een gang met stenen op de rand aan de noordkant, gebogen naar het westen. Zo’n ingang, door Lockyer een ‘kruipgang’ genoemd, is vrij goed bekend in neolithische structuren met kamers. Omdat een zijde van de dekheuvel niet is opgegraven, is het mogelijk dat er elementen aanwezig zijn die niet in het plan van McKaig staan vermeld.
Zeventien meter van het monument, liggend in de sloot, ligt een hoge lange steen, waarschijnlijk een richtingaanwijzer (Pointer Stone). Deze steen is gelegen op een azimut (of hoek met het ware noorden) van 305° en volgens een tabel voor de breedtegraad van Hereford, die admiraal Boyle Somerville zo vriendelijk was op te stellen en aan Watkins te sturen, is dit de juiste hoek voor zonsondergang op Midzomerdag (met een horizon op een hoogte van 3½°, wat hier ongeveer het geval is). Deze uitlijning gaat precies naar Castleton Hill-point, waarvan de boomkluit met uitzicht op de Wye een prominent zichtpunt is. Eerdere waarnemers spreken van een steenkring op ongeveer twee meter afstand van het monument, maar die stenen zijn niet meer zichtbaar als Watkins de site bezoekt.
Watkins merkt nog meerdere uitlijningen van wegen op. Hij meldt dat mensen die vanuit het westen (Merbage) lopen, kunnen opgemerken dat de heuvel op één lijn ligt met het midden van de Groene Weg, en dat het voetpad eromheen buigt en weer in lijn daarachter uitkomt, waar inderdaad het eerdere smalle pad te zien is in de zuidelijke sloot van de brede weg. Deze uitlijning (voor een zesde van een mijl) valt samen met de huidige Groene Weg, en gaat verder over het land (azimut 109°) en gaat naar het westen door Newton Tump, 1¾ mijl verderop. In de andere richting gaat het door verschillende bekende boerderijen, door het huisje in de buurt van Clehonger met de oude plaatsnaam Goldenpost en naar het centrum van het cirkelvormige en in de prehistorie opgehoogde bos in Haywood Forest (genaamd Merryhill of Beechwood). Op deze vreemde plek van Merryhill komt het alignement ook langs de anderhalve kilometer lange Monnington Walk door Monnington Church, en een derde alignement dat over de lengte van Offa Street in Hereford ligt en door St. Peter’s Church en de Cathedral Tower loopt.
Een ander hedendaags pad komt precies in lijn met Arthur’s Stone Mound vanuit Dorston, de lijn loopt van Bal Mawr op de Black Mountains door het kruis op het kerkhof van Dorston en eindigt bij de bekende heuvel boven Bredwardine, genaamd The Knap. De azimut van dit pad is 15°. Een derde uitlijning door Arthur’s Stone bevindt zich op een azimut van 49½°, en dit is, volgens de tabel van admiraal Somerville, de zonsopgangshoek van Midzomerdag voor een elevatie van de horizon van ½°, wat ongeveer de hoek is die de zon zou maken als hij hier stijgt over de bergkam. Deze uitlijning begint bij de Cefn-heuvel (1593 ft.) en komt door een bergbed, genaamd de Gold Post, door een veld op de weg Dorston-Hay genaamd Standing Stone Field. Deze Standing Stone werd ten tijde van Watkins beschrijving van Arthur’s Stone geïllustreerd in de Transactions) en is verplaatst om een poortpaal te maken bij de ingang van het veld. De uitlijning gaat verder door de Golden Well in the Bell Alders (een plek die waarschijnlijk de naam geeft aan de Golden Valley), Arthur’s Stone en Bredwardine Castle.
Een vierde uitlijning die door Watkins wordt beschreven (azimut 30°) komt door de tumulus bij de kerk in Hay, loopt door de zuidrand van Mouse Castle Earthwork, de 998 ft. Ordnance point van Little Mountain, Arthur’s Stone, Garnons, de gracht van Bishopstone Court en de top van Credenhill Camp. Zo kan worden opgemerkt dat, hoewel Arthur’s Stone blijkbaar geen seizoengebonden uitlijning heeft in de structuur van zijn kamer, hij als een heuvel wel degelijk topografisch uitgelijnd is voor de zomerzonnewende of midzomerdag, niet alleen met de zojuist gegeven zonsopgang, maar ook met zonsondergang over een staande steen (Pointer Stone).
Watkins schrijft verder dat hij ergens een verwijzing gezien heeft naar opgravingen bij dit monument, dat is overgedragen aan de regering, en van steenhouwers of hamers die zijn gevonden, maar hij kan hier geen verwijzing naar vinden in onze Transacties, noch kan hij informatie vinden over de verblijfplaats van de vondsten. De grond is ernstig verstoord en dit bemoeilijkt toekomstig onderzoek. Watkins vindt het jammer dat er geen verslag van graafwerkzaamheden in het verleden kan worden gevonden. Hij betwijfelt of het ontsierende, niet te beklimmen ijzeren hekwerk dat nu om het monument staat echt nodig is: het is volgens hem een groot obstakel voor verder onderzoek. Watkins meldt dat er soortgelijke dolmen zijn gevonden, twee in Carnarvon en één in Gower (Arthur’s Quoit genaamd).
In 1870, vijftig jaar voordat Watkins de uitlijningen beschreef, hield William Henry Black in Hereford een lezing voor de British Archaeological Association (getiteld Boundaries and Landmarks) waarin hij het volgende suggereerde: “Er bestaan monumenten die grote geometrische lijnen markeren die heel West-Europa bestrijken”. Watkins herinnerde zich deze theorie toen hij in in de heuvels van Bredwardine rondreed.
Wat opvalt aan Watkins ideeën (in tegenstelling tot degenen die zijn ideeën hebben aangegrepen en ‘alternatieve’ concepten hebben bedacht) is zijn idee dat een echte ley een prominent natuurlijk kenmerk aan het ene uiteinde heeft en een kunstmatige “waarnemingsbult” aan de andere. Alle kenmerken daartussen zijn het gevolg van het gebruik van een rechte route tussen deze twee uitersten. Wat Herefordshire betreft, zegt hij: “In sommige districten – zoals Salisbury Plain en de Yorkshire Wolds – zijn de groepen aangrenzende grafheuvels zo talrijk dat het waarschijnlijk is dat de meeste van hen alleen als grafheuvels zijn gebouwd, niet als waarnemingsheuvels. In de onderzochte omgeving is dat niet het geval.”
Recent onderzoek heeft aangetoond dat de deksteen van Arthur’s Stone zou wijzen naar Skirrid Fawr; een locatie in het zuidoosten tussen Skirrid Hill en Garway Hill (voor de deksteen brak en naar beneden gleed).
Arthur’s Stone dateert van tussen 3.700 v.Chr. tot 2.700 v.Chr. Het is onwaarschijnlijk dat het monument alleen als graftombe is gebouwd. Mogelijk hebben hier rituelen van de voorouders plaatsgevonden. Waarschijnlijk verzamelden de neolithische mensen zich periodiek bij het bouwwerk gelegen in een gebied met zomerweiden. Tot het midden van de 19e eeuw werden er vieringen met dans gehouden bij de steen en werd daar op de vierde zondag van juli een baptistendienst gehouden. In het noorden was er eens een met een kom gemarkeerde steen, de Quoit-steen. De kom is niet langer duidelijk te zien en nu is een steen ten zuiden van het monument bekend geworden als de Quoit-steen.
Alleen de grote stenen van de kamer zijn nog aanwezig, deze kamer werd in vroeger tijden door een dekheuvel bedekt. Aan de zijkant van de dekheuvel was een rechthoekige ingang. Er is een geïsoleerde steen op de site die waarschijnlijk deel uitmaakte van een valse ingang, misschien diende deze als een visuele focus voor ceremonies.
Misschien wordt er meer duidelijk over dit indrukwekkende bouwwerk dat gelegen is boven Dorstone in ’the Golden Valley’, want English Heritage maakte onlangs bekend dat er archeologisch onderzoek zal worden uitgevoerd. Samen met de University of Manchester zal English Heritage proberen de geheimen van dit neolithische bouwwerk te ontsluieren. De opgraving is al begonnen; er worden graszoden verwijderd.
Al voor de dertiende eeuw werd deze dolmen in verband gebracht met koning Arthur. Dit komt overigens bij meerdere dolmen in Wales en Engeland voor (zie ook koning Arthur en megalieten en koning Arthur en Stonehenge). De verhalen die we kennen over koning Arthur zijn het resultaat van een combinatie van Engels etnocentrisme en gepolitiseerde romantiek. Koning Arthur is wereldwijd een symbool van Brits-zijn geworden, de “eens en toekomstige koning”. Alleen al de vermelding van Arthur kan een archeologisch onderzoek veranderen in een media-razernij.
Een informant van Francis Kilvert vertelde hem in 1878 dat Arthur’s Stone in het verleden veel groter was; honderd schapen konden in de schaduw van Arthur’s Stone liggen. De site werd inderdaad beroofd van veel stenen (voor bouwdoeleinden). De altaarsteen in Peterchurch wordt gezien als afkomstig van Arthur’s Stone. Deze Normandische kerk, gewijd aan St. Peter, is gebouwd naar het ongebruikelijke basiliekmodel met vier in plaats van drie kamers. Men denkt dat de fundamenten van de kerk teruggaan tot 786 en delen van de Saksische muren zijn nog altijd te zien in het heiligdom.


Arthur’s Stone is zover bekend nog niet eerder opgegraven (alhoewel Watkins aangeeft dat dit wel is gebeurt), maar archeologische opgravingen bij dolmen in de omgeving hebben menselijke resten, vuursteen, pijlpunten en aardewerk aan het licht gebracht. Vorig jaar is wel archeologisch onderzoek uitgevoerd in een veld iets ten zuiden van Arthur’s Stone. Hierbij werken de universiteiten van Manchester en Cardiff samen. Er werd aangetoond dat er buiten het beschermde gebied rondom de dolmen neolithische vondsten te vinden waren. De resultaten van dit archeologisch onderzoek zorgden ervoor dat de ideeën over de oriëntatie en oorsprong van de site zijn aangepast.
Er werd vroeger aangenomen dat Arthur’s Stone in een wigvormige steenhoop stond, vergelijkbaar met die gevonden in de Cotswolds en Zuid-Wales, maar professor Julian Thomas uit Manchester en professor Keith Ray van Cardiff ontdekten dat het monument zich oorspronkelijk uitstrekte tot een veld in het zuidwesten. Het bouwwerk kan de vorm hebben gehad van een lage grasheuvel met afgeronde uiteinden. Professoren Thomas en professor Ray zullen ook de huidige opgravingen leiden, met deelname van studenten van de Cardiff University en een reeks Amerikaanse instellingen.
Het team van experts wordt aangevuld door vrijwilligers. Belangstellenden kunnen een rondleiding boeken op de site. Professor Thomas vertelt over de site: “Arthur’s Stone is een van de opmerkelijke prehistorische monumenten van dit land, gelegen op een adembenemende locatie, maar we weten er weinig over. Ons werk probeert het te herstellen en dit bouwwerk te brengen naar zijn rechtmatige plaats in het verhaal van het neolithische Groot-Brittannië.”
Ik ben heel benieuwd wat de uitkomsten zullen zijn van dit archeologische onderzoek bij Arhur’s Stone. Ook in Nederland wordt op dit moment archeologisch onderzoek uitgevoerd bij een neolithisch bouwwerk. Onder leiding van prof. dr. Daan Raemakers wordt opgegraven nabij hunebed D34 in Drenthe. Er zijn daar al opvallende ontdekkingen gedaan en ik weet zeker dat er nog veel te leren is over de bouwwerken die de neolitische culturen ons, verspreid over geheel Europa, nalieten.
Marinda Ruiter
Bronnen
The Legendary King: How the Figure of King Arthur Shaped a National Identity and the Field of Archaeology in Britain, Elizabeth Gaj Proctor, University of Maine
https://www.english-heritage.org.uk/visit/places/arthurs-stone/
https://www.english-heritage.org.uk/visit/places/arthurs-stone/history/
https://www.manchester.ac.uk/discover/news/tomb-linked-to-king-arthur/
https://www.southwalesargus.co.uk/news/20251340.archaeologists-dig-herefordshire-tomb-first-time/
https://www.thesun.co.uk/news/19066111/king-arthur-tomb-dig/
https://www.wsj.com/articles/why-narnia-resonates-more-than-ever-this-summer-11591802075
https://www.cantab.net/users/michael.behrend/repubs/watkins_misc/pages/arthurs_stone.html
Afbeeldingen
By Anny Wyse, CC BY-SA 2.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=13831706
By andy dolman, CC BY-SA 2.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=13632988