Voor mijn afstuderen als docent Beeldende Kunst en Vormgeving besloot ik een lithofoon te bouwen in het oertijdpark van het Hunebedcentrum (zie ook het artikel De lithofoon, een muziekinstrument van steen). Een lithofoon is een muziekinstrument van steen, bestaande uit meerdere stenen die elk een andere klank produceren. De vorm en grootte van de steen heeft invloed op de klank. Verschillende steensoorten kunnen een klank produceren wanneer deze netjes tot dunne repen worden gezaagd. Van nature komen echter ook ruwe klankstenen voor in de bodem. De bekendste steensoort die ‘wild’ te vinden is, is het vulkanische fonoliet.
Omdat ik voor de installatie in het oertijdpark een ruwe, natuurlijke uitstraling verlangde van de lithofoon, besloot ik op zoek te gaan naar het onbewerkte fonoliet. Dit bracht mij op een korte reis met veel indrukken, en ontmoetingen met hele behulpzame mensen.
Tussen 16 – 18 mei 2022 ben ik afgereisd naar Duitsland, opzoek naar het échte klanksteen, fonoliet. In de avond van 17 mei had ik een afspraak geregeld met meneer Frank Hauri bij de Hauri Steinbruch in Bötzingen. Het tot stand komen van die afspraak was op zichzelf een zoektocht. Achteraf blijken er nog maar drie actieve groeves in Duitsland te zijn waar fonoliet gedolven wordt, eerder waren dit er tientallen. Eén groeve bevindt zich in het plaatsje Rupsroth, ongeveer in het midden van Duitsland, deze heb ik eerder in het afstudeeronderzoek gevonden maar daar mocht het zoeken van contact zowel telefonisch als via mail, niet baten. Bij een nieuwe poging vond ik de Hauri groeve, waar een aardige meneer aan de lijn mij adviseerde om te mailen. Tot mijn verbazing werd snel op mijn mail gereageerd en wilde de Hauri’s wel een Hollandse stenen-zoekster ontvangen. Ik boekte een hotel in het Zwarte Woud en greep de kans om naast het ‘fonoliet verhaal’ ook de omgeving een beetje te verkennen.
Het gebied waar Bötzingen ligt heet ook wel de Kaiserstuhl. Waarschijnlijk dankt het zijn naam aan een koning die ooit ter plaatse was rond het jaar 1000. Het gebied is ontstaan door vulkanisme en is vooral bekend om de afgevlakte ‘treden’ in het landschap, vergelijkbaar met rijstvelden in Azië. Deze treden zijn gemaakt omdat de bovenste laag van het land uit löss bestaat en dit gevoelig is om weg te spoelen door regen. Die lössbodem is hartstikke vruchtbaar dus om deze te behouden heeft men het land laagsgewijs afgevlakt.
Dinsdags om 18:00 was het zover, het doel van de reis kon beginnen. Zoeken naar fonoliet. Voor mij was dit de eerste keer in een actieve groeve en alle indrukken waren nieuw. Bij binnenkomst op kantoor viel mij meteen op hoe chique alles was. Een goedlopend bedrijf, schatte ik in. Ik ontmoette Frank Hauri, wiens ouders de groeve in 1964 overnamen. De groeve, die toen voornamelijk grind exporteerde, veranderde naar een mineraalstoffenfabriek. Frank gaf een rondleiding en liet mij meteen een lithofoon zien in bezit van de familie.

Deze lithofoon klonk erg als de stukken Belgisch hardsteen waar ik een prototype lithofoon van had gemaakt. Een netjes afgewerkt muziekinstrument met de stenen perfect op elkaar afgestemd op moderne toonhoogtes.
Al zoekend naar goed klinkend fonoliet tussen de brokken vertelde Frank Hauri enthousiast verder over het gesteente en wat het bedrijf allemaal doet. Zo blijkt bij het maken van cement van fonoliet het productieproces een veel lagere CO2 uitstoot te geven dan bij de productie met andere steensoorten. Ook vertelde Frank dat de Romeinen al afwisten van de verzachtende eigenschap van fonoliet en gebruikten zij het als modderbad om verlichting te geven tegen reuma.
Mijn theorie voor het zoeken naar de juiste stenen bestond uit zoeken naar lange, platte vormen en tikken met de hamer zoveel ik kon. Het zien van fonoliet en het produceren van de eerste klanken uit stukken steen dat ruw uit de berg komt was door mijn hele voorbereiding en het toeleven naar dit moment toch wel erg bijzonder. Ergens verwachtte ik niet dat er geluid uit de stenen kwam en toch deed het dat, en ik herkende het geluid ook, want het leek in sommige gevallen veel op het geluid in mijn prototype. Hoe ik dat prototype heb gemaakt kun je hier lezen: Hoe bouw je een moderne lithofoon?

Frank en ik zijn 2 uur op pad geweest. Dat lijkt redelijk veel, maar 2 uur zijn zo om en ik merkte dat ik gedurende de tijd het gevoel kreeg haast te moeten maken terwijl ik nog niet het gevoel had genoeg stenen te hebben voor mijn hoofdontwerp. Er waren niet heel veel grote stukken te vinden met een mooie klank, of allicht niet zo groot als ik hoopte. Hoe groter de stenen hoe lager de klank, en hoe meer variatie ik kan geven in de lithofoon. Plus het feit dat grote stenen moeilijker kapot te slaan zijn door de museumbezoekers, dus het geheel meer hufterproof maken.

Helaas kwam aan de 2 uur voor mijn gevoel te snel een eind. Ik had nog niet de benodigde stenen om mijn lithofoon mee te bouwen verwachtte ik. Achteraf kan dat komen doordat de kwaliteit misschien niet het beste was, de steen niet compact genoeg, en daardoor brokkelt het in kleinere stukken. Frank nodigde me nog uit voor een drankje en daar vroeg ik hem naar andere groeves die ik wellicht op de terugweg naar Nederland zou kunnen bezoeken. Hij noemde de groeve in Rupsroth die ik eerder had geprobeerd te contacten. Deze lag niet op de route terug en doordat ik geen reactie kreeg op mijn mail van deze groeve was ik terughoudend om het stuk om te rijden. Frank liet nog een andere groeve zien in de Eifel, Brenk genaamd. Deze groeve was maar 20 minuten omrijden, dat leek mij de moeite waard.

Ik besloot de Brenk Steinbruch niet te bellen, maar op de bonnefooi langs te gaan. Immers zou bellen door mijn eerdere ervaringen met groeves contacten, kunnen leiden tot backoffice werknemers die niet zo kordaat zouden reageren als ik zou willen. Een afspraak over een week of maand werkte niet, ik had geen tijd om weer heen en weer naar de Eifel te rijden. Mijn afstudeer moment kwam al aardig dichtbij… Op goed geluk naar de Eifel dus.
De Brenk Steinbruch lag in een slapend Duits dorpje, welke ik na een weg waar vervaagde verboden toegang voor … (onleesbaar) gevonden had. Ik trof een soort wild-west locatie aan met een spoorrails en nog meer verboden toegang borden (nu wel leesbaar) voor onbevoegden. In de verte, ik tegengehouden door wederom een verboden toegang bord, zag ik twee mannen staan… mijn enige optie was zwaaien. De twee mannen kwamen relaxed mijn kant op. Eén van de mannen bleek goed Engels te kunnen dus vertelde ik mijn plannen en vroeg ik op mijn allerliefst of ik stenen uit zijn groeve mocht halen. Tot mijn verbazing werd mijn plan in alle enthousiasme ontvangen en voor ik het wist werd ik voorgesteld aan Roland, één van de werkers in de groeve. Met mijn komst was Roland zijn siësta over, en was het tijd om zijn trouwe rode bolide op te starten.

Roland verstond weinig Engels dus probeerde ik in mijn beste Duits duidelijk te maken wat mijn plannen waren. Ik had om te beginnen weer dat haast gevoel van mijn vorige groeve-bezoek dus al snel tikkend ging ik de lager gelegen delen van de groeve de stenen af. Daar vond ik wel wat, maar niet overtuigend klinkende stukken fonoliet. De moed zonk me dus een beetje in de schoenen… Daar kwam echter gauw verandering in. Roland, ondertussen steeds fanatieker mee zoekend vertelde me dat bovenin de groeve het beste fonoliet te vinden was. En dat was niks gelogen.

Terugkijkend naar bovenstaande foto zie ik nog allerlei stukken in de rots zitten welke dienst zouden kunnen doen in een lithofoon. Samen met Roland heb ik daar letterlijk hét muziekinstrument gevonden. Waar ik eerst nog wat haast gevoel had, verging dat gauw door relaxte Roland (hij begon de lol ook wel in te zien van dit avontuur) die zei: Je bent hier maar één keer, dus je moet alles pakken wat je nodig hebt. Nog één steen dan… ‘noch ein stein… Die steinen hier sind wünderbar, Roland!’ Riep ik, zo gretig en melig als wat. ‘Ich wollte die ganze Steinbruch mittnehmen!’
Met een volgeladen Toyota, een aantal cm lager op de assen, kwamen we terug bij de ingang van de groeve, waar we de stenen hebben overgeladen naar mijn auto. Met zo’n 300 kg aan stenen, het voldane gevoel de lithofoon te kunnen bouwen en een ‘abenteuer’ rijker ben ik terug naar Nederland gereden.
Waar het 20 jaar geleden nog vanzelfsprekend was om als buitenstaander een groeve te bezoeken, is het dat tegenwoordig niet. De regels zijn nogal aangescherpt, verboden toegang, helmpjes en hesjes op, de groeve alleen in mogen met begeleiding, dat maakte mijn zoektocht moeilijker. Gelukkig voor mij heb ik de juiste mensen getroffen die mij hebben geholpen op mijn zoektocht naar fonoliet.
Hulde en dank aan Frank van de Hauri Steinbruch en Roland van de Brenk Steinbruch voor de gastvrijheid, hulp en het doneren van de stukken fonoliet voor mijn afstudeerproject.
Wil jij je eigen lithofoon maken? Kijk dan hier: Hoe bouw je een moderne lithofoon?

