De verloren vader

Eber, Hilde, hun dochter Alba en zoon Maante slapen de slaap van de onschuldigen, zich nergens van bewust, ervan uitgaand dat alles veilig is. Het vuur gloeit nog na. De laatste lichtpunten lijken te doven. Hier en daar krinkelt al wat rook omhoog, ten teken van het smoren van een laatste restje vuur. Even later blaast een oude man in de nagloeiende takken. Hij legt er nog wat droog hout bij. Als de vlammen het vertrek opnieuw beginnen te verlichten, slaat  Eber zijn ogen op. Alba schrikt, springt overeind en grijpt een lans. “We zijn oud, Eber”, zegt de oude man. “Jij laat je in je eigen huis verrassen en ik kon je zoon niet snel genoeg meer volgen. Als ik vroeger niet geweten had dat je een veenhut had, had ik je nu niet gevonden.”

“Ik ben een vrouw! En wie ben jij?” Alba houdt dreigend een lanspunt onder zijn neus. “Wolte!”, roept Eber. “Alba, doe die stok maar weg, deze kerel eet je rouw op als hij dat wil. Wolte, man, waar kom jij vandaan?” Twee oude mannen vallen elkaar huilend in de armen. Het is even geen tijd voor grote woorden, het is vooral tijd voor stilte, tot de eerste woorden van ontroering terugkomen. Wolte legt uit dat hij het zaakje niet vertrouwde. Als Eber ook bij de grote Eik geweest zou zijn, dan was alles goed geweest. Daar hadden ze min of meer op gerekend. Wolte wist niet dat de jonge kerel die hem opwachtte, zijn dochter Alba was. Er was zoveel gebeurd, in de jaren dat hij weg was, dat hij niet wist. Alba is het al lang goed, ze kijkt hoe de twee oude mannen elkaar in de armen vallen, op de schouders slaan, sterke verhalen vertellen. Ze kijkt, luistert, en geniet ervan, samen met haar moeder Hilde.

Wolte had er rekening mee gehouden, dat hij met Ben Jochanan door iemand weggelokt werd, om daarna door handlangers overvallen te worden. “Dat jochie….. als hij dat zegt kijkt Alba hem nog eens flink boos aan….. die krijgster van je, die kende ik niet. Ik ben alleen gegaan, na zo’n tijd bijna blind kan ik zien met mijn oren zogezegd, en ik herkende de omgeving nog van vroeger. Toen de krijgster bij de eik stond, heb ik gewacht tot ze weg ging en ben haar gevolgd naar je huis.” “Hou nu maar op met die onzin”, zegt Eber. “Jij bent gewoon nog net zo achterdochtig als vroeger!” Hij slaat hem nog eens weer lachend op de schouder. Wat kunnen oude mannen kinderachtig doen, zal Alba hebben gedacht, en ze schenkt hen nog een beker mede in. Die heeft vader onlangs nog gemaakt, die mede.

“En die Ben Jochanan…”, vraagt Alba. “Wie is dat! Ze zeggen dat hij op mijn vader lijkt” “Ben Jochanan is je halfbroer Julius, de zoon van je vader Eber en een leuke Romeinse! En je halfbroer Lucius is er ook bij!” Nu is het gezegd. Woltes woorden laten het stil worden in de eenzame hoeve in het veen. Alba en Hilde zeggen niks. Ze weten van het bestaan van Lucius en Julius, als uit een ander leven van hun man en vader. Nu komt het wel heel dicht bij. “Wat wil die Romein Julius van mij?”, vraagt Eber. Zijn hoofd werkt als een pijl die uit een boog zoeft en zijn doel bereikt voor je met je ogen kunt knipperen. De verschijning van zijn moeder komt weer voor zijn ogen, haar waarschuwende woorden, zijn tobben… “Hij wil dolgraag weten wie zijn vader is, meer niet. Doe hem je verhaal, en hij is gelukkig. Waarschijnlijk zie je hem nooit weer!” Woltes nuchterheid is niet voldoende om Eber gerust te stellen. “Hoe moet ik weten wie zijn vader is”, zegt de zoon van de Grote Moeder, de oude nazaat van de Tencteri, de oud-soldaat, oud-slaaf en oud-oorlogsleider, de oude man uit het veen. “Ik weet zelf niet wie ik ben!”

Wolte stelt hem gerust. Wolte vertelt over de speurtocht van Julius naar zijn halfbroer Lucius, nadat Wolte de jongen had verteld over zijn vader en zijn familie. Het is een geweldige kerel geworden, vertelt hij. Vastberaden, slim, en gewoon een eerlijke Romein, ja, die zijn er ook. Ze hebben er samen toch zoveel gekend, toen ze als Auxillairy bij de hulptroepen waren? Ja, schoften, dat ook, maar ook goeie kerels waar je op kon vertrouwen.

Alba schenkt nog weer wat mede bij. Er wordt gerookt en gedroogt vlees van boven het vuur gepakt, dat duurzaam is geworden en een heerlijke smaak heeft gekregen door gewoon in de weg naar boven van de eikenhout-lucht te hangen. Soms druppelde er wat vet naar beneden, siste en sputterde in het vuur, en dan wisten ze weer: er hangt nog iets voor een bijzonder moment. Zo’n bijzonder moment is het nu. Als dan nog een keer de mede wordt bijgeschonken, worden de tongen en de mannen lomer, het lekkere vlees is in kleine stukjes opgepeuzeld. Het vuur begint weer te doven.

Het vuur gloeit nog na. De laatste lichtpunten lijken kleiner te worden. Hier en daar krinkelt al wat rook omhoog, ten teken van het smoren van een laatste restje vuur. Even later blaast een oude man in de nagloeiende takken. Hij legt er nog wat droog hout bij. Als de vlammen het vertrek opnieuw beginnen te verlichten, slaat  Eber zijn ogen op naar Wolte. Hoe ging het ook al weer? En de zoveelste herinnering komt naar boven. Tot ook dat stuk hout weg is. Dan wordt het stil in de hoeve. Helemaal gerust gesteld valt Eber in slaap. Zich helemaal veilig voelend, is ook Wolte zo weg. Hilde woelt onder de deken. Teveel lijkt er door haar heen te gaan. En Alba zit nog met haar lans in de hand naar de allerlaatste rookspiraaltjes te kijken. Hoe had haar dat kunnen ontgaan, dat iemand haar volgde? Ze valt zittend in slaap, rechtop gehouden door een van de gebinten van de hoeve.

Het is weer vroeg morgen. Een haan doet zijn best om zijn kippen wakker te kraaien, maar ze scharrelen al eerder dan hem door de hoeve, veilig in huis, veilig voor alle vossen. De bewoners, vrijen en onvrijen, maken zich klaar om met een gevulde maag naar het marktterrein te vertrekken. Anders dan hij gewoon is, zal Eber die dag aanwezig zijn. Om zijn beide zonen uit het zuiden te ontmoeten. Kleine jongens zijn groot geworden. Ook een Romein maakt zich klaar voor die dag. Zijn missie zal worden afgerond. Er was toch geen gevaar?

Vorig artikelZand met steilrand – schilderij van Esther Schlebos
Volgend artikelHavelte, het Drentsch Pompeï

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.