Op 10 mei 1940 vielen Duitse soldaten Drenthe binnen. Bij Noord-Sleen, Oosterhesselen en Geesbrug werd hard gevochten. De overmacht was veel te groot en Drenthe werd na één dag veroverd. Een bezetting van vijf jaar was begonnen.
Vooral de Joodse inwoners hadden het zwaar. In de nacht van 2 oktober 1942 werden bijna alle Joodse mensen uit Drenthe naar Kamp Westerbork gebracht. Vandaar vertrokken treinen naar de vernietigingskampen. Slechts weinig Joden hebben de oorlog overleefd. Enkelen zagen de ramp aankomen en konden onderduiken. Boer Bertus Zefat uit Valthe verborg een aantal op zijn boerderij. Later maakten ze een onderduikhol in de bossen bij Valthe. Een jaar later werden ze verraden. Zefat weigerde te praten en werd vermoord door de Duitsers. Dankzij zijn offer konden de meeste onderduikers ontsnappen. Er is in Valthe een straat naar Zefat vernoemd. Het onderduikhol is opgeknapt en open voor bezoekers.
Borger-Odoorn werd in april 1945 bevrijd door Poolse soldaten. In elk dorp staat nu een oorlogsmonument. Voor veel huizen waar Joodse mensen hebben gewoond zijn aparte monumentjes gelegd. Op deze zogenoemde struikelstenen staan de namen van de bewoners. Zo blijft de herinnering bestaan aan de Joodse slachtoffers die van hier zijn weggevoerd.

Meer informatie
https://www.drentheindeoorlog.nl/?aid=396
