De kei van Nooitgedacht bij Rolde, een topper in het kwadraat

2
167
De aanwezigheid van glanzende vlakken, begrensd door scherpe kielen maakt, dat je van een windkanter mag spreken. Voor zover bekend is dit de grootste windkanter in ons land. De donkere vlekjes in de steen zijn van het zwarte glimmermineraal biotiet.

Vorig jaar werd bij het graven van een bouwput in de buurtschap Nooitgedacht bij Rolde een 6000 kg zware zwerfkei ontdekt. Onlangs werd de kei met een grote kraanwagen op zijn definitieve plaats getild. Hiermee werd tegemoet gekomen aan de wens van de bewoners van de nieuwe woonwijk om de grote zwerfkei op een mooie zicht locatie te plaatsen.

De inmiddels ‘wereldberoemde’ kei van Nooitgedacht, kwam in oktober vorig jaar bij het graven van een bouwput met zijn bovenkant tevoorschijn. Bij het uitgraven van grond voor een nieuwe woning, stuitte kraanmachinist Rick Joling op een steen. Omdat je daar geen fundering op kunt bouwen, moest de steen weggehaald worden. De kraanmachinist dacht de kei met zijn graafbak makkelijk uit de leemgrond los te kunnen trekken, maar hoe verder en dieper hij groef, hoe groter de steen werd. Uiteindelijk bleek het te gaan om een meters grote zwerfkei van ruim 6000 kg!

De kei lag voor het grootste deel in verweerde, zandige keileem. De bovenkant van de steen was afgedekt door een laag dekzand en akkergrond van ca. 60 cm. Na het opgraven kreeg de steen een voorlopige ligplaats in de buurt van de vindplaats.

In oktober vorig jaar kwam in Nooitgedacht (Rolde, Dr.) bij het weggraven van grond voor de bouw van een woning, de bovenzijde van een steen tevoorschijn. De steen bleek groter dan gedacht. De ruim 6000 kg zware kei heeft zo’n driekwart jaar opzij van de bouwplaats gelegen.

Het opgraven van zo’n joekel van een steen gebeurt niet iedere dag. De steen is zo’n 170.000 jaar geleden, in de Saale-ijstijd, door het landijs vanuit Zuidwest-Finland naar ons land getransporteerd. Het gezelschap zwerfstenen in de keileem van Nooitgedacht/Rolde laat over de herkomst in Zuidwest-Finland weinig twijfel bestaan. Het vervoer in het ijs heeft vele duizenden jaren geduurd.

Mede door zijn grootte en bijzondere, hoekige vorm werd aan de vondst bekendheid gegeven. Kranten, radio, TV, waaronder het NOS-journaal besteedden er aandacht aan. Met de gemeente werd afgesproken dat de steen een mooie plek in de wijk zou krijgen. De locatie zou in overleg met de bewoners van Nooitgedacht bepaald worden. Dit voornemen kreeg op woensdag 27 juli in alle vroegte zijn beslag. Met een grote mobiele kraan werd de grote zwerfsteen naar de beleeftuin in Nooitgedacht vervoerd. Daar werd de steen op zijn definitieve plaats gelegd. In de bloemenrijke beleef- en wandeltuin is de kei al van een afstand voor iedereen zichtbaar.

Onlangs werd de kei op een woensdagmorgen in alle vroegte door een grote mobiele kraan op zijn definitieve plaats gelegd. In overleg met de bewoners kreeg de steen een plaatsje in de belevingstuin in Nooitgedacht. De steen is van verre zichtbaar. De grote kei kan beschouwd worden als geologisch erfgoed uit de voorlaatste ijstijd.

Wat maakt de kei van Nooitgedacht bijzonder?

Op het eerste gezicht lijkt de kei op een gewone graniet. Het gesteente is geelachtig grijsroze met in de grovere partijen oranjerode kaliveldspaat en geelwitte plagioklaas. Op die plaatsen verlenen de kristallen het gesteente een levendige structuur. De kleur van de kei is door verwering gebleekt. Vlak na het opgraven bleek al dat het geen normale graniet was. Op het grote platte vlak is namelijk een parallelle gestreeptheid zichtbaar. Dat wijst op een gneis. Op andere plaatsen zijn hier en daar vaag begrensde banen en vegen met een grovere kristalstructuur zichtbaar. De steen bestaat in zijn geheel uit een mozaïek van kleine kristallen, die ook in graniet voorkomen. Maar zoals gezegd, de kei is anders. De granietische mineralen wijzen, samen met de gestreeptheid en de banen en vegen erop, dat we te maken hebben met een rotsfragment, dat zo’n 1800 miljoen jaar geleden tijdens de Svecofennische gebergtevorming moet zijn ontstaan.

De kei lijkt op het eerste gezicht op een gewone graniet. Vage strepen op een zijvlak maken duidelijk dat dit een ander gesteente is, dat op grote diepte in de aardkorst bij hoge druk en temperatuur moet zijn ontstaan.
Ook aan de andere zijde toont de kei vaag begrensde banen en vegen van granietische bestanddelen. De kei is afkomstig uit de noordoostelijke Oostzee, in de buurt van Zuidwest-Finland. De steen maakte, voordat deze door het gletsjerijs uit het rotsverband werd losgebroken, deel uit van het oude grondgebergte. Het gesteente is zo’n 1800 miljoen jaar geleden door een continentale botsing van aardplaten op grote diepte in de aardkorst ontstaan.
De gele stippen op de kaart geven de herkomst van de steen van Nooitgedacht aan.

Metamorfose: gesteenten veranderen

Door platentektoniek botsen continenten wel eens op elkaar. De zeebodemafzettingen die oorspronkelijk beide continenten van elkaar scheidden, komen bij de botsing in een enorme bankschroef. De gesteentelagen worden hierbij als een tafellaken geplooid en deels over elkaar heen geschoven. Een groot deel van de gesteenten wordt hierbij geleidelijk richting het aardbinnenste geperst. Hierbij wordt een deel opgeplooid tot een hooggebergte.

Bij continentale botsingen worden uitgestrekte gesteentecomplexen als het ware in de bankschroef genomen. Een groot deel wordt de aarde ingeperst, en kleiner deel wordt tot een hooggebergte opgeplooid. Lang geleden waren in Scandinavië hooggebergten aanwezig als die van de Alpen. Door miljoenen jarenlange verwering zijn deze gebergten tot op hun wortels afgesleten.

Naar mate gesteenten de aardkorst ingeperst worden, krijgen deze te maken met een toenemende druk en een sterk verhoogde temperatuur. Sommige gesteentepakketten verdwijnen tijdens deze processen naar diepten van vele tientallen kilometers. Door de enorme druk en hoge temperatuur vallen mineralen in de gesteenten uiteen in hun bouwstenen. Door nieuwe combinaties ontstaan hieruit nieuwe mineralen. Deze omzettingsprocessen noemt men metamorfose. Om een voorbeeld te geven: Uit kleilagen ontstaan bij een temperatuur van meer dan 200 graden en hoge druk leisteen. Nemen druk en temperatuur verder toe dan verandert leisteen in fylliet, vervolgens in glimmerschist, gneis en tenslotte migmatiet(gneis). Gaat het proces nog verder, dan kan zelfs graniet ontstaan.

Leisteen ontstaat uit klei bij hoge druk en een temperatuur van 200 graden of meer.
Fylliet ontstaat bij toenemende druk en temperatuur uit leisteen.
Nemen op grotere diepte in de aardkorst temperatuur en druk verder toe, dan verandert fylliet in glimmerschist.
Glimmerschist gaat bij toenemende metamorfose over in gneis.
Gneis gaat over in migmatiet, waarbij door opsmeltingsverschijnselen en kristallisatie vegen en strepen van nieuw gesteente ontstaan. Vaak zijn deze van granietische samenstelling.
.Het eindstadium van metamorfose kan tot de vorming van uitgestrekte granietmassieven leiden. Deze grofkorrelige microklien-graniet uit Zuidwest-Finland is door voortschrijdende (progressieve) metamorfose ontstaan.

Van veel granietvoorkomens op aarde wordt aangenomen dat deze in feite door metamorfose zijn ontstaan. Bij de vorming van migmatiet komt het geregeld voor dat mineralen opsmelten. Kwarts en veldspaat doen dit het eerst. Maar ook zonder te smelten kunnen nieuwe mineralen ontstaan. Dit laatste gebeurt door materiaaltransport via microporiën. In de keientuin in Borger ligt bijvoorbeeld een zwerfsteen van Helsinkiet, een syeniet-achtig gesteente met veel epidoot, dat op deze wijze is ontstaan. Interessant is dat deze Helsinkiet tevens de grootste zwerfsteen is die van dit gesteente bekend is. Helsinkiet komt op een paar plaatsen voor in Zuid- en Zuidwest-Finland.

Helsinkiet is een uiterst zeldzame zwerfsteensoort. Het gesteente bevat veel witte kaliveldspaat en roodachtige epidoot. Helsinkiet is door aan- en afvoer van minerale bestanddelen waarschijnlijk uit graniet ontstaan. Dit vervangingsproces noemt men metasomatose. Zwerfsteen van Haren (Gr.)
Helsinkiet, detail van de steen op de vorige foto. Goed te zien is dat roodachtige epidoot rijkelijk aanwezig is. Het mineraal is gewoonlijk groen, maar in Finse Helsinkiet zijn de epidootkristallen omgeven door een huidje van hematiet. Dit kleurt rood.

Migmatiet

Migmatiet of migmatietgneis zoals het ook wel genoemd wordt, is een zeer variabel gesteente, zowel in uiterlijk, samenstelling als in structuur. Migmatieten zijn vaak ook heel mooie gesteenten, met een grillige afwisseling van kleurige banen, vegen en strepen, mineraalvormingen en plooistructuren. In de natuursteenhandel wordt migmatiet daarom veel toegepast in gevelbekledingen, vloeren, grafwerken en ook in aanrechten. In de geologie onderscheidt men verschillende typen migmatiet. Deze zijn ook in Drenthe als zwerfsteen te vinden.

Van de oorspronkelijke hooggebergten in Scandinavië is niets overgebleven. Honderden miljoenen jaren verwering hebben de gebergten tot op hun wortels afgesleten. Die liggen nu over grote delen van het landschap aan de oppervlakte. Zijn we in Zuid-Noorwegen, Zweden of Finland, dan rijden we met de auto ongemerkt over de wortels van deze oude Precambrische gebergten, over gesteenten die soms tientallen kilometers onder onze voeten zijn ontstaan.

Geplooide migmatiet – Zwerfsteen van het Bargerveen bij Zwartemeer (Dr.) Op grote diepte in de aardkorst heersen extreme omstandigheden. Gesteenten zijn op die diepten ‘boterzacht’. Door krachten in de aardkorst vervormen ze gemakkelijk.
Migmatiet – Zwerfsteen van Groningen. De steen is gezaagd en gepolijst.

De kei van Nooitgedacht is een nebulietische migmatiet.

De kei van Nooitgedacht is een prachtig voorbeeld van het eindstadium van migmatietvorming. Kijk je naar de steen dan herinneren de vage strepen, vegen en banen aan de oorspronkelijke gneis, waar het uit ontstaan is. Alleen, je kijkt als in dichte mist of door een vitragegordijn naar de oorspronkelijke gneisstructuur. Migmatieten met een dergelijk uiterlijk noemt men nebuliet (van nebula = mist).

De grovere partijen vormen in de steen van Nooitgedacht banen van graniet. Met de loep herkennen we makkelijk kleurige, oranje kaliveldspaat, de veel lichter getinte plagioklaas en kwarts. Zouden we hiervan een handstuk in handen hebben, dan is er geen verschil met graniet. Zelfs in het vaste gesteente lijken nebulietische migmatieten veel op normale granieten. Alleen in groter verband, op geologische schaal, blijkt het metamorfe karakter en hebben we met een nebulietisch gesteentecomplex te maken in plaats van een uit magma gekristalliseerd granietvoorkomen. Het bekende gidsgesteente Perniö-graniet, dat op de Hondsrug veel gevonden wordt, is door metamorfose ontstaan. Ook de veel gevonden, verwante micoklien-graniet uit Zuidwest-Finland is op deze manier ontstaan.

. De kei van Nooitgedacht is ongelijkkorrelig. Banen, vegen en strepen met grovere kristallen wisselen elkaar af. De grovere partijen hebben een vage begrenzing naar het omgevende granietische gesteente. Samen met de gestreeptheid in de steen is duidelijk dat de kei van Nooitgedacht een nebulietische migmatiet is en te beschouwen is als een voorstadium naar echte graniet.
De grovere partijen in de steen bestaan uit een mozaïek van granietische mineralen. Kaliveldspaat is oranje, plagioklaas is wit, kwarts is grijs.

Een topper in kwadraat

Nadat de kei in de beleeftuin op zijn plaats was gelegd, konden wij hem goed bekijken. Zoals de steen in de grond zat, is hij ook op zijn nieuwe ligplaats neergezet. Keileem dat grote delen van de steen lange tijd aan het oog onttrok, was weggespoeld. De steen was een stuk schoner. Hierdoor konden de vormen, lijnen, breuken en butsen goed bekeken worden. Opvallend is dat de steen op zijn lange transportweg uit de noordoostelijke Oostzee weinig te lijden heeft gehad. De oorspronkelijke vorm en ook een deel van het steenoppervlak, toen de kei nog deel uitmaakte van de vaste rots, is nog duidelijk te herkennen.

De kei van Nooitgedacht is in de Saale-ijstijd, door een proces dat in de geologie ‘plucking’ heet, uit het vaste gesteente losgebroken. De steen heeft het lange gletsjertransport verbazingwekkend goed doorstaan. Er is weinig afronding te zien.

Windabrasie

Bijzonder waren de scherpe lijnen aan de bovenzijde van de kei. Platte, enigszins gladde vlakken op de steen eindigen in een scherpe kiel. Deze scherpe lijnen lopen over lengten van tientallen centimeters over de hele bovenzijde van de steen. Verder zijn delen van de bovenzijde en de kopse kant duidelijk afgeslepen. In de geologie noemt men deze vorm van afslijting abrasie.

De kei van Nooitgedacht heeft in de laatste ijstijd duizenden jaren in een bar koud poolklimaat blootgestaan aan een bombardement van verwaaiend stof en zand. Door zandstraalwerking zijn op de steen glanzende vlakken ontstaan, alsof deze gelakt zijn. Vandaar de naam windlak. Door windwerking hebben de zandkorrels op de bovenzijde van de kei scherpe randen (kielen) veroorzaakt. De kielen lopen over de hele bovenzijde. Deze vorm van winderosie wordt in de geologie abrasie genoemd.

De glans op de kielen en aangrenzende steenvlakken maken duidelijk dat we hier te maken hebben met windlak, ontstaan door zandstraalwerking. In de laatste ijstijd (de ijstijd die volgde op de Saale-ijstijd, waarin het ijs de kei naar Nooitgedacht vervoerde) stak de kei voor een deel boven de grond uit. In het barre klimaat destijds traden vaak zand- en sneeuwstormen op. Vaak kwamen deze uit dezelfde windrichting. In het Pleniglaciaal (c. 29.000 – 18.000 jaar geleden) ontbrak plantengroei vrijwel geheel. Ons land was toen veranderd in een poolwoestijn: droog en steenkoud. De kei van Nooitgedacht is in die tijd lange tijd gebombardeerd door zandkorrels. Iedere botsing met een zandkorrel leverde een miniem krasje op. Zo ontstonden na verloop van tijd platte, gladgeslepen vlakken en scherpe, glanzende kielen op de steen.

Op de foto is goed te zien dat vlakken begrensd worden door een scherpe rand aan de bovenzijde. Ook aan de kopse kant van de kei is afslijting door zandstraalwerking duidelijk zichtbaar.
De aanwezigheid van glanzende vlakken, begrensd door scherpe kielen maakt, dat je van een windkanter mag spreken. Voor zover bekend is dit de grootste windkanter in ons land. De donkere vlekjes in de steen zijn van het zwarte glimmermineraal biotiet.

We kunnen met een gerust hart stellen dat we met de kei van Nooitgedacht niet alleen een boeiend en duidelijk voorbeeld hebben uit de kringloop van gesteenten, maar dat we ook te maken hebben met een steen die door zand en stof gezandstraald is. Door de combinatie van kielen, platte glanzende vlakken kunnen we spreken van een windkanter. Het is voor zover bekend de grootste in ons land.

Het is terecht om de unieke kei van Nooitgedacht daarom een ‘topper in het kwadraat’ te noemen.

2 REACTIES

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.