In de categorie ‘mijn hunebed’ nodigen we mensen uit te schrijven over hun persoonlijke inzichten over hunebedden en megalithische monumenten. Hier een verhaal van Peter van den Hoek
Op de kaart zagen we dat er vlak bij ons vakantieadres in Bretagne bij Pénestin (zie figuur 3) een hunebed (dolmen in het Frans) was. Op het internet zagen we een foto met twee stenen en een boom op de achtergrond. Toen we daar lopend aankwamen zag het er precies zo uit met de twee stenen en een boom (zie figuur 1). Op het internet is zelfs een 3-D foto van de plek van het hunebed te vinden. Maar er staat niet echt een hunebed….

Klopte het eigenlijk wel dat hier een hunebed zou zijn? Dichterbij gekomen voelden we, ik en mijn wandelvriendin Erna, toch metafysische energie in de buurt van de stenen (die ik er overigens van verdacht later geplaatst te zijn). De energie die we voelden was typisch voor een hunebed. Lopend naar de boom, een naaldboom (zie figuur 4), werd de energie duidelijker voelbaar. Tijd voor nader metafysisch onderzoek! Rondom de boom bleken twaalf energiepunten te zitten waar ongetwijfeld de grote dragende stenen op gestaan hadden. Op de foto van figuur 2 is nog vaag een funderingssteen te zien waarop ooit een dragende steen stond. Rechts is mijn schaduw te zien terwijl ik de foto nam.

Daar omheen was de energie te voelen van een kring van kransstenen die om de dekheuvel van het hunebed heeft gelegen. Aan de kant van de twee stenen was een reeks energiepunten te voelen die richting ingang gingen. Die punten liepen helemaal tot aan d’Allée de la Grande Ile, de doorgaande weg langs het hunebed. Nu ik het hunebed energetisch in kaart had gebracht, stelde ik me in op iets wat zich ooit bij dit hunebed heeft afgespeeld ten tijde van het reguliere gebruik ervan. Iets dat illustratief was voor het oorspronkelijk gebruik ervan.
Mijn kind is weg!
Ik krijg het beeld van een vrouw die met de priester van het hunebed in gesprek is. “Laat me nu binnen !” zegt de vrouw, “dan kan ik zelf de goden vragen waar mijn kind, mijn Joankien gebleven is!” Gisteren was hij nog bij me en ineens is hij verdwenen. Ik kan hem nergens meer vinden. Alles heb ik afgezocht en anderen hebben ook gezocht, maar hij is onvindbaar. Laat me binnen dan kan ik de goden zelf vragen me te helpen.
“Nee vrouw, alleen priesters en priesteressen die door de goden zijn ingewijd, mogen contact maken anders gebeuren er ongelukken. Ook dienen er geschenken voor de goden meegebracht te worden”
“Maar ik heb geen geschenken voor de goden. Ik kan niets betalen. Laat me toch binnen!”
“Nee vrouw de goden zijn het waard om betaald te worden voor hun hulp, als er niet betaald wordt, komt er geen hulp “
“Maar het is heel dringend, mijn kind is weg, ik moet hem vinden. Het is wel vaker gebeurd dat hij ineens verdween, maar altijd kwam hij terug, al is hij soms in de war!”
“Zonder geschenken aan de goden kunnen we niets doen, vrouw!”
De vrouw denkt na, ze is in dubio. Ze heeft een kostbare halsketting, een familiestuk. Als ze die weggeeft en ze krijgt haar kind niet terug is ze alles kwijt. ‘Ik moet mijn kind terug hebben’, bedenkt ze, ‘hoe dan ook’. Ze pakt uit een buideltje aan haar riem de ketting met bijzondere stenen en geeft die aan de priester. “Hier, het is voor mijn kind,” zegt ze met verstikte stem. De priester bekijkt de ketting en ziet dat deze kostbaar is. “Ik zal mijn begeleiders roepen vrouw, dan ga ik de goden vragen waar je kind is.” De vrouw moet nog even geduld hebben want de priester moet eerst zijn begeleiders gaan ophalen. Wat later komt hij terug met drie begeleiders die over hem moeten waken als hij in trance gaat.
In trance gaan
De priester gaat nu op een paar kruiden kauwen die zijn nodig om in de goede trance stemming te komen. Met zijn begeleiders gaat hij vervolgens een ritueel doen. Ze maken een klein vuurtje waar ze omheen gaan zitten en beginnen liederen te zingen om de goden aan te roepen en gunstig te stemmen. Kruiden worden op het vuur gegooid en de geurige lucht ervan, verspreidt zich. De priester begint de werking van de kruiden te voelen en wordt wat onvast op zijn benen. Met zijn begeleiders gaat hij het hunebed binnen. De vrouw blijft buiten wachten waar nu ook anderen zijn aangekomen, nieuwsgierig naar wat de priester gaat zeggen. Buiten horen ze het gezang van de priester en zijn begeleiders.
De priester binnen in de dolmen is gaan liggen en snuift nog de geur van bepaalde kruiden in. Door die kruiden, de gezangen en de energie van het hunebed raakt hij steeds verder in een trance. Terwijl hij daar ligt, wordt hij beschermd door zijn begeleiders die voor een energetische omhulling zorgen. De priester richt zich steeds meer op zijn goden in de godenwereld boven hem. Wat moeizaam komt hij met zijn geestelijke lichaam los van zijn fysieke lichaam alsof hij in slaap valt maar tegelijkertijd blijft hij, dankzij zijn training als priester, bewust, wat niet zonder moeite gaat.
Contact met de goden
Langzaam drijft hij weg van zijn fysieke lichaam en gaat door vreemde witte nevels heen, geen zichtbare nevels, maar nevels van de geestelijke wereld. Ineens voelt hij iets bij zijn hoofd, bij zijn kruin. Hij weet uit ervaring dat de goden nu contact met hem maken. Hij blijft zich op zijn goden richten en ineens is hij in een lichtend landschap, de godenwereld. Het lijkt wel of figuren hem groeten, figuren die transparant zijn en een uitstraling hebben. De lucht voelt heel, heel prettig aan. De goden, weet de priester, leven in deze godenwereld. Ineens verschijnt voor hem een stralende figuur. De priester groet deze met ontzag want alleen al het mogen zien van een godheid is een zegen voor hem. Hij hoort van binnen:
“Wat brengt u hier, o priester?” De priester vertelt van de vrouw die haar kind kwijt is en vraagt de godheid om te helpen haar kind weer terug te vinden.
De priester krijgt nu in hoog tempo beelden van een pad te zien dat hij moet volgen. Een pad dat bekend voor hem is. Hij ziet dat ze op dat pad op een specifieke plek moeten stoppen en stenen oppakken want hier heeft het kind mee gespeeld. Dan gaat de weg verder en ze komen bij een plek waar het kind bloemen heeft geplukt. Ook daar moeten ze er een paar van plukken. Nog verder gaat het. Het kind heeft een heel eind gelopen en op een plek iets van de weg af, een paar platte steentjes uit een rots gehaald. Die vond hij mooi. Hij ziet dat iemand het kind aanspreekt en vraagt vanwaar hij komt. Het kind kan daar geen duidelijk antwoord op geven. De man is in dubio over wat te doen. Het kind kan hier toch niet zomaar achterlaten, dat is gevaarlijk want er is niemand die voor hem zorgt. Hij neemt het kind aan de hand mee en ze lopen verder naar het huis van de man. Daar krijgt het kind te eten en proberen hij en zijn vrouw te weten te komen waar het vandaan komt. Het kind begrijpt ook niet waarom zijn moeder er niet is. Die nacht blijft hij daar slapen. De volgende dag zullen ze navraag doen om te weten waar het kind vandaan komt. De priester voelt nu hoe hij weer teruggaat naar zijn fysieke lichaam. Blijkbaar heeft hij genoeg informatie gekregen. Hij dankt de godheid. Hij ziet hoe deze figuur met zijn prachtig stralende kleding vervaagt, net als de hele godenwereld die hij had mogen zien.
Terug uit de trance
Het kost tijd en moeite om in zijn lichaam te komen, want de trancekruiden zijn nog niet uitgewerkt. Zijn begeleiders helpen hem en geven hem wat te drinken om sneller weer helder te worden in zijn hoofd. Ze vragen hem wat hij gezien en gehoord heeft. Moeizaam geeft de priester antwoord. De begeleiders blijven doorvragen totdat het hele verhaal met alle details verteld is. Wat later komen ze naar buiten en richt de priester zich tot de vrouw: “Vrouw, de goden zijn gewillig geweest om op uw vraag in te gaan. Ze hebben mij de weg getoond die uw kind gegaan is en waar die is terecht gekomen. Wij moeten die weg gaan!”
De vrouw krijgt meteen weer hoop dat ze haar kind gaat terugzien. “Snel, snel,” zegt ze, “laten we op pad gaan.” De priester maant haar tot kalmte, want hij is nog steeds aan het bijkomen van de trancereis. Eerst drinkt hij nog een kruidendrank en eet hij iets.

In de voetsporen van het kind
“We gaan vertrekken vrouw,” zegt hij en ze gaan de weg lopen die de priester in zijn trance gezien heeft. Ze lopen een eind en de vrouw is verbaasd want haar zoontje loopt nooit zo ver. Zo komen ze bij de stenen waarmee haar zoontje gespeeld heeft. “Hier heeft uw zoontje gespeeld met deze stenen. De goden vertelden mij dat u wat van deze stenen mee moet nemen.” De vrouw is verbaasd maar ze weet dat haar zoontje wel vaker met dat soort stenen speelt. Ze pakt een paar stenen op maar ze moet er nog meer meenemen van de priester. Ze gaan weer verder en opnieuw is de vrouw verbaasd want wat een stuk moeten ze lopen! Zover heeft ze nog niet naar haar kind gezocht. Dan komen ze bij een plek waar prachtige bloemen bloeien. “Hier heeft uw kind bloemen geplukt.” zegt de priester, “de goden zeiden me dat u hier wat bloemen moet plukken en meenemen. Dat doet de vrouw en ze herinnert zich dat haar zoontje wel vaker bloemen plukt omdat hij die mooi vindt. Met de stenen en de bloemen gaan ze verder. De weg maakt een scherpe bocht en het pad wordt rotsiger. Daar tussen de rotsen loopt de priester naar een plek toe iets van het pad af. Losse platte steentjes liggen bij de rots op de grond. “Hier heeft uw zoontje gespeeld vrouw, met deze platte steentjes!” De vrouw kan het bijna niet geloven, alsof de goden zomaar alles kunnen zien en dat dan ook nog eens aan de priester kunnen vertellen! Ook hier moet ze wat steentjes meenemen. Beladen met stenen en bloemen lopen ze verder.
De weg kronkelt door een gebied wat de vrouw niet goed kent. Verderop staan wat huizen, maar de priester zegt dat ze verder moeten zijn. Dan nemen ze een omlaag gaand pad richting de zee, maar voordat ze daar zijn, nemen ze een zijweg en komen bij een boerderij aan. Ze zien niemand en de priester roept luid dat er bezoekers zijn. Een man komt naar buiten en vraagt wat ze komen doen. De priester neemt het woord en vertelt dat de vrouw haar kind kwijt is geraakt en dat hij waarschijnlijk hier is terechtgekomen. Ze zijn van ver gekomen en hebben de goden om hulp gevraagd.
Het gesprek met de achterdochtige man
De man is voorzichtig, misschien zijn dit wel mensen die gehoord hebben van het kind dat gevonden is en dat dat kind nu graag willen hebben. Zoiets komt voor, heeft hij wel eens gehoord. “Maar hoe kan een kind dat zo ver weg woont, hier terecht komen?” vraagt de man.
“Hij is soms in de war,” zegt de moeder, “en dan loopt hij zomaar ergens naar toe en kan de weg niet meer terugvinden.” “Tja, maar zo’n eind weg is toch wel erg onwaarschijnlijk.” Zegt de man, “dat doet een kind niet.”
“Kijk” zegt de priester die aanvoelde dat het gesprek niet de goede kant op ging. “dit kind is erg speels en hij is onderweg met stenen gaan spelen. Zijn moeder heeft ze meegenomen.” Zij laat de stenen zien die ze heeft meegenomen. De man ziet ze en herinnert zich dat het kind wel iets over stenen zei. “Maar ja, daarmee loopt hij toch nog niet zover weg!” zegt hij. “Het kind is speels en vindt bloemen ook heel leuk. Onderweg heeft hij er een paar geplukt!” De man herinnert zich dat de jongen die gevonden is een paar bloemetjes in zijn hand hield.
“Maar ja, het met stenen spelen en een paar bloemen plukken brengt hem toch niet naar hier” ”En dan nog iets” zegt de priester. “Verderop is hij met platte steentjes uit de rotsen gaan spelen die vond hij heel mooi en toen is hij gevonden door iemand die hem vroeg waar hij vandaan kwam en heeft hem meegenomen. “Ja” zegt de man, “dat is mijn zoon geweest, die heeft een jongetje gevonden dat de weg kwijt was, kom maar mee!”
De hereniging
Ze lopen achter de boerderij door naar een ander huis waar de man de naam van zijn zoon roept. Een jongeman naar buiten. “Ik heb hier twee mensen die weten waar het kind dat je gevonden hebt vandaan komt.” De zoon kijkt verrast, want niemand in de buurt wist waar het vandaan kwam. Ze vertellen hem wat ze weten over de tocht die het kind gemaakt heeft. “Hoe heet het kind?” Vraagt de zoon. “Joankien!” zegt de moeder, “en ik wil meteen naar hem toe!” “Wacht even” zegt de zoon en verdwijnt in het huis. Even later komt hij met het kind aan de hand naar buiten. “Joankien” roept de moeder en loopt op haar kind af. Die steekt zijn armpjes op en zijn moeder tilt hem huilend op. “Eindelijk, je bent er weer, we hebben je zo gemist” Van de weeromstuit gaat ook het kind huilen. De vader van de zoon nodigt hen in zijn huis uit om nog even bij te komen van alle emotie en wat te drinken. “Het kind is ook wat bijgetrokken en vertelt dat hij wat lekkers te eten heeft gekregen bij de zoon. De vrouw vertelt dat ze al eerder problemen heeft gehad met Joankien. Hij is dan ineens weggelopen en is vervolgens te verward om de weg zelf terug te vinden, maar dit keer was het wel heel erg. Ze spreekt haar kind even streng toe dat hij niet mag weglopen en voortaan dicht bij huis moet blijven. Joankien voelt aan dat zijn moeder het meent en hij dicht bij huis moet blijven. Wat later nemen ze afscheid en de moeder bedankt de zoon uitgebreid dat hij haar kind heeft meegenomen zodat hij niet in zijn eentje ’s nachts is gaan dwalen. De vrouw, haar zoontje en de priester gaan samen weer terug. De moeder is opgelucht en heel blij dat haar Joankien weer terug is. Het jongetje is ook weer blij dat hij bij zijn moeder is. De priester dankt inwendig de goden die hen zo goed geholpen hebben.

Terugblik
Ik stel me wat later nogmaals in op deze dolmen en het verhaal dat naar voren kwam en vraag me af wat dit hunebed te maken heeft met de grote stenenrijen (alignements) bij Carnac waar we hemelsbreed niet zo ver vanaf zitten, misschien 70 kilometer. Energetisch kwam geen relatie naar voren, maar wel werd zichtbaar dat de priester zijn opleiding ergens in de richting van Carnac gekregen had. Hij kende de hunebedden en de priesters en de priesteressen die daar werkten. De stenenrijen bij Carnac zijn het volgende reisdoel in deze vakantie annex onderzoekstocht.
In Nederland zijn er in de loop van de tijd hunebedden verdwenen zie bijvoorbeeld het hunebed van Mander in Overijsel en het hunebed Pottiesbargien bij Diever in Drenthe. Daarover zijn eerder verslagen van aura-readingen gepubliceerd. Maar ook in Bretagne zijn hunebedden verdwenen. Van het hunebed, Dolmen de Confreno zijn nog een paar stenen over en ze staan niet eens op de plek waar de staande stenen van de dolmen ooit stonden. Toch waren de energieplekken nog goed voelbaar waar de stenen gestaan hadden. Ook de energieplekken van de ingang waren nog goed voelbaar en was het mogelijk daar een aura-reading te doen van iets wat ooit bij dit hunebed gebeurd is.
Meer informatie
Meer verhalen over het verleden van hunebedden die door middel van aura-reading zijn verkregen, zijn te vinden in deze rubriek ‘Mijnhunebed’ van het Hunebedcentrum te Borger en op de website van het KoendalinieNetwerk. Daar staat ook wat een aura-reading is. In het boek ‘Magische stenen, korte verhalen uit de hunebedtijd’ staan meer verslagen van aura-readingen van hunebedden en wordt ingegaan op de mogelijkheden de spirituele functie ervan wetenschappelijk nader te onderzoeken. Wil je testen in hoeverre je een goed beeld hebt van de oorspronkelijke functie van hunebedden zoals die in de aura-readingen naar voren is gekomen? Dan kan je meedoen aan de Hunebedquiz. Veel succes ermee!