
Het dragen van kleding is van alle tijden. Tegenwoordig zie je kleding als een spijkerbroek met gympen en een sweater in allerlei felle kleuren. Voor lange tijd is het een mysterie geweest hoe de kleding eruit zag in de prehistorie. Dit komt omdat organische stoffen zoals kleding niet bewaard blijven in de bodem en geen sporen achterlaten. Er waren enkel theorieën over mensen gehuld in dierenhuiden. Inmiddels weten we meer over de kleding. Daarbij weten we dat de kleding er iets complexer uitzag dan vooraf werd gedacht. Dit is aan het licht gekomen door de vondst van de ijsman.
De ijsman
In de nazomer van 1991 wordt er in het Ötztal gebergte op de grens van Oostenrijk en Italië een mummie van een man gevonden in het ijs. Deze man is Ötzi de ijsman en hij is genoemd naar zijn vindplaats. Hij leefde in de tijd van de Trechterbekercultuur. Deze vondst was uniek omdat het ons een indruk gaf van de kleding die er gedragen werd in die tijd. Delen van zijn kleding zijn namelijk bewaard gebleven in het ijs!

De oudste leggings?
Ötzi droeg leggings die gemaakt zijn van geitenleer. Dit waren twee lange stroken die dichtgenaaid zijn met dieren pezen. Deze leggings zaten niet aan elkaar vast en reikten niet volledig tot de heupen. De bovenkant van de leggings waren met stroken leer vastgeknoopt aan een riem die om de middel zat. Om de middel droeg Ötzi verder een lendendoek van geitenhuid die aan de riem vast zat. Aan deze riem bewaarde Ötzi vuurstenen werktuigen en objecten om bijvoorbeeld vuur te maken.
Een complexe schoen
De schoenen bestonden uit drie verschillende lagen. Deze schoenen waren er speciaal voor gemaakt om te lopen door de bergen en door de sneeuw. Om de voet zat een zoo,l gemaakt van een stuk berenhuid. De zijde met de vacht wees hierbij naar binnen. Om deze vacht heen zat een net van lindebast. Dit net is getwijnd en houdt de berenhuid op zijn plek. De buitenkant van de schoen was gemaakt van hertenhuid. De vachtzijde wees hierbij naar buiten. De buitenkant van de schoen was met leren stroken vastgeknoopt aan de binnenkant van de schoen. Daar waar er ruimte was tussen de verschillende lagen werd gedroogd gras gestopt voor een betere isolatie. Aan de bovenkant van de schoen zat een stuk touw gemaakt van lindebast. Hiermee kon de schoen worden dichtgeknoopt. Over de onderkant van de leggings en de bovenkant van de schoenen waren stukken hertenleer vastgeknoopt. Deze werkte als enkelwarmers en zorgde ervoor dat de kleding ook in beweging op zijn plek blijft. De zool was erg breed en ovaal van vorm. Met stroken leer was er een soort reliëf ontstaan op de zool voor extra grip tijdens het lopen in de sneeuw. Ondanks alle lagen, zullen de schoenen niet geheel waterdicht zijn geweest.
Een prehistorische jas
Als bovenkleding droeg Ötzi een shirt dat gemaakt was van voornamelijk geitenleer. Hierbij zijn er stroken geitenleer aan elkaar genaaid. Deze stroken hadden verschillende kleuren met donkere en lichtere stukken vacht waardoor er een soort patroon op het shirt was te zien.
Naast zijn kleding zijn er ook fragmenten van getwijnd gras gevonden. Vermoedelijk zijn deze stukken een soort jas of mantel geweest. Deze mantel kon worden gedragen om te beschermen tegen de kou. Hoewel de mantel niet volledig waterdicht moet zijn geweest, kon het meeste regen eraf rollen zodat het droog kon blijven. Het is niet zeker hoe deze mantel gedragen is. Zo denken sommige archeologen dat hij over de schouders gedragen is zoals hierboven is afgebeeld. Andere archeologen denken dat de functie als regenjas erop kan wijzen dat de mantel over het hoofd gedragen is, zodat het beter zou beschermen tegen de regen en kou.
Meer dan alleen huiden
Hoewel dierenhuiden belangrijke onderdelen zijn van kleding in de prehistorie, is het gebruik van verbindingsmaterialen mogelijk nog belangrijker. Het is namelijk het gebruik van pezen, dunne stroken leer en touw dat het mogelijk maakte om de dierenhuiden met elkaar te verbinden. Deze materialen zijn niet alleen gebruikt bij het maken, maar ook om te repareren. Zowel het shirt als de leggings zijn meerdere keren gerepareerd met dierenpezen en touw van getwijnd gras en bast. Dit gebeurde de ene keer op een nette manier en de andere keer gehaast. Mogelijk omdat Ötzi onderweg was terwijl zijn kleding scheurde? Zijn kleding is hiermee lang gedragen en er is sprake van slijtage op meerdere plekken.
Literatuur
Grömer, K., (2016). The Art of Prehistoric Textile Making. The development of craft traditions and clothing in Central Europe. Veröffentlichungen der Prähistorischen Abteilung (VPA) 5. Natural History Museum Vienna, Korneuburg.
Harris, S., (2014). Cloth culture in the Middle Neolithic Square-mouthed Pottery culture of northern Italy (c.4,900–4,250 BC) with special reference to basketry. In: Special Issue Rethinking the Italian Neolithic. Accordia Research Papers Volume 13 2013, pp. 103 – 130.
Tekst Brenda Huisman