
We kennen allemaal wel de moderne trends en rages die eens in de zoveel tijd opkomen. Bijvoorbeeld een bepaalde kledingstijl die helemaal in is of misschien wel een automerk dat ineens erg populair is. Maar was er in de tijd van de Trechterbekercultuur ook sprake van dit soort trends? Mogelijk was dit wel zo. Dit zien we bijvoorbeeld terug in de resten van huizen die zijn gevonden uit deze tijd. Hierbij wordt het huis zelf niet teruggevonden maar in plaats daarvan de markeringen in de grond die aangeven waar de palen en muren van het huis stonden. De palen zelf blijven in de meeste bodems niet goed bewaard. In Drenthe op de Hondsrug bestaat de bodem voornamelijk uit zandgronden. In deze zandgronden blijft geen enkel organisch materiaal goed bewaard. Dit geldt voor materialen zoals bijvoorbeeld hout, bot en kleding. Nadat een houten paal in de grond is vergaan, blijft er een donkere cirkel achter. Deze rijen aan donkere cirkels geeft voor archeologen de contouren van het huis weer. Dit wordt dan het huisplattegrond genoemd.
Deze plattegronden komen voor in allerlei vormen en maten. Er lijkt geen standaard vorm te zijn. Dit is heel opmerkelijk, omdat de meeste materialen en bouwwerken uit deze tijd dezelfde vormen aanhouden. Zo zijn bijvoorbeeld de hunebedden op dezelfde manier opgebouwd en heeft het trechterbekeraardewerk dezelfde vorm. De huizen bevatten dus veel meer variatie. Zo worden er in huizen ook veel verschillende soorten bomen gebruikt. Waarschijnlijk kwam dit verschil door de beschikbaarheid van het materiaal uit de directe omgeving.
Vierkant of rechthoekig?
Waaruit bestaat deze variatie verder dan? Een voorbeeld van deze variatie is de algemene vorm van het huis, namelijk zijn de huizen vierkant of rechthoekig? Zo zijn er bij de Duitse plaats Hunte meerdere huizen gevonden die bijna vierkant van vorm zijn. Bij het Duitse plaatsje Flögeln zijn er juist langwerpige huizen gevonden. Het is zelfs zo dat de huizen niet altijd recht hoefde te zijn, want er zijn ook rechthoekige huizen gevonden waarbij de korte zijden van de huizen ovaal van vorm zijn.

De vorm van het huis heeft ook betrekking op de grootte van het woonoppervlak. Een van de kleinere vierkante huizen van de vindplaats Hunte 1, huisplattegrond 15, is ongeveer 5 meter lang en 4 meter breed. Ondanks dat deze woning klein lijkt, zijn er in de plattegrond aanwijzingen voor oudere en een nieuwere bouwfasen. De huizen van de vindplaats bij Flögeln zijn gemiddeld veel groter en vooral langer, bijvoorbeeld Flögeln 1 en 2 die een gemiddelde lengte hebben van ongeveer 10-11 meter en een breedte van 5 meter.

Kamerindeling?
Een overeenkomst tussen de verschillende huisplattegronden is dat ze allemaal tweebeukig lijken te zijn. Dit betekent dat er over de lange zijde binnen het huis een extra palenrij is waar het dak op rust. Bij de meeste huisplattegronden zijn er door de woning ook enkele dwarsmuren geplaatst, waardoor het huis is ingedeeld in verschillende kamers. Het aantal kamers per woning kon verschillen tussen de één en vier. Door dit grote verschil in kamers is het ook lastig om te zeggen of er sprake was van een kamerindeling met andere functies. Het is waarschijnlijk wel zo dat er binnen een woning een vaste locatie was voor verschillende werkzaamheden.
Zullen deze keuzes beïnvloed zijn door wat men in die tijd mooi vond of zal dit een andere reden hebben gehad? Misschien kwam het verschil wel door het beschikbare materiaal of door het aantal mensen dat er woonden in een nederzetting? Of komt het door een combinatie van factoren? Dit is iets wat archeologen op dit moment nog niet zeker weten.
Literatuur
Klimscha, F., & Wiggering, L., (2022). Die erfindung der götter steinzeit im norden. Einde Ausstellung des Niedersächsischen Landesmuseums Hannover. Niedersachsen.