Wittdün is een van de drie gemeenten op het prachtige Noordzee-eiland Amrum. Wittdün heeft een kuuroord aan zee. Het eiland maakt deel uit van de archipel van de Noord-Friese Geesteseilanden. In de gemeente Wittdün zelf liggen volgens de door mij geraadpleegde Willem Donker geen hunebedden.
Het eiland wordt begrensd door de Waddenzee en het Nationaal Park Waddenzee Sleeswijk-Holstein. Er is een zeehaven ten noorden van de stad. De gemeente Nebel strekt zich vanaf het midden van het eiland uit over de gehele breedte, ten oosten van het voor de kust gelegen Kniepsand (= een extreem langzaam bewegende zandbank in de Noordzee).
Steenodde, een district van de gemeente Nebel, werd al bewoond in de prehistorie en vroege historische tijden. Dat blijkt uit het hunebed van Steenodde en de 4,7 meter hoge Esenhugh, de grootste grafheuvel uit de bronstijd op Amrum. [1]
(zie foto )

In de buurt van de Esenhugh ligt een begraafplaats uit de Vikingtijd met talrijke heuveltoppen. Uit de ijzertijd of Vikingtijd komt de 1,8 kilometer lange Krümwal, een aarden talud die vanuit het westen richting Steenodde loopt. Gezien de geschiedenis is het dus niet vreemd dat het noodgeld van Wittdün een hunebed toont.
Het noodgeld van Wittdün toont op de achterkant een kopergravure van het bedrijf Broschek & Co uit Hamburg. De ontwerper is W. Norbert. De afbeelding is een hunebed (Hünengrab).
Er is een serie van zes biljetten uitgegeven, waarvan het biljet van 50 pfennig een hunebed laat zien. De ontwerper is W. Norbert

Het hunebed op het noodgeld ziet er groot uit. Ik heb Willem Donker gevraagd of hij het hunebed kon traceren. Dat bleek een lastige vraag te zijn. Omdat op de tekening duinen zijn te zien, neigt hij ernaar om te stellen dat het hier om Sprockhoff 11 gaat. De restanten van dat hunebed liggen inderdaad in de duinen. Het hunebed is indertijd veel groter geweest dan de enkele stenen die er nu nog liggen. Het was ooit een langgraf met daarin een dolmen en een verlengde dolmen.

Op internet vond ik informatie over het hunebed. De vrij toegankelijke archeologische vindplaats die in de jaren vijftig is opgegraven met het Sprockhoff catalogusnr. 11 ligt in het noordwesten van de gemeente Nebel in het natuurgebied Amruner Dunen, ongeveer 500 m ten noordwesten van de Vogelkoje Meeram. De gigantische bodem maakt deel uit van het archeologische gebied Amrum.
Opgravingsbevindingen
Het hunebed van Nebel, ook wel een groot stenen graf genoemd, is een zeldzaam rechthoekig hunebed in oost-west oriëntatie met twee dwarskamers. De omgeving is ernstig verstoord, veel stenen ontbreken. Niettemin kan de afmeting worden aangegeven op ongeveer 35 m bij 7 m. Het langgraf werd in 1951 onderzocht door de historicus Karl Kersten. In de grafkamers ontdekte hij verschillende botten en schedels, vuurstenen bijlen, pijlpunten, rijkelijk versierd keramiek en barnsteenkralen als grafgiften.
Bij de oostelijke kamer gaat het om verlengde dolmen. De lange zijden bestaan elk uit twee steunstenen, de noordelijke smalle zijde bestaat uit één steunsteen. Aan de zuidzijde bevindt zich een halve steunsteen en een drempelsteen van 35 cm hoog. De vrije breedte van de kamer is 2,5 x 1,4 m. Er waren twee dekstenen op de kamer, de ene is verplaatst en de andere is in de kamer ingestort.
De westelijke kamer is vergelijkbaar met de oostelijke, maar iets langer en smaller. De lange zijden zijn eveneens gevormd uit twee paar steunstenen. De kamer heeft slechts één deksteen.
Wittdün is een van de drie gemeenten op het Noordzee-eiland Amrum. De voorkant van het noodgeld met de landtong. Dit noodgeld heeft een politiek tintje. Het speelt na de Eerste Wereldoorlog. Volgens het Verdrag van Versailles zou Amrum op 14 maart 1920 in een referendum beslissen over het feit of men bij Denemarken of bij Duitsland wilde horen.

Ongeveer 80% procent stemde op Duitsland – een duidelijk resultaat. Hierdoor ontstond de nieuwe staatsgrens tussen Duitsland en Denemarken, die nog steeds geldig is.
- 1) Eva Missler: Sylt Amrum Föhr. Digitalisat (Auszug), abgerufen am 1. August 2013
- Duitse Wikipedia, https://de.wikipedia.org/wiki/H%C3%BCnenbett_von_Nebel
- Ernst Sprockhoff : Atlas van de megalithische graven van Duitsland – Sleeswijk-Holstein. Rudolf Habelt Verlag, Bonn 1966, blz. 4.
- Het Hunebed van Nebel van Willem Donker.