Willem Donker

Een Interview met Willem Donker, de auteur van deze rubriek.

“Ik sta soms echt te juichen bij een hunebed”

Willem Donker


Op een mooie dag in April in Oranjewoud ontmoet ik Willem Donker, makelaar in Heerenveen. Hij heeft een hobby, een uit de klauwen gelopen hobby, kun je wel zeggen. Aan de keukentafel vertelt de goedlachse Fries over zijn passie voor hunebedden.

Ik vraag hem of de passie voor hunebedden er altijd al was. Willem geeft enthousiast aan dat het al vroeg begon:
”Het zat er van oudsher al in. Tjerk Vermaning, was een kennis van mijn schoolmeester. Zodoende gaf hij een lezing op mijn lagere school; ik vond het geweldig. Vermaning was toen nog onbesmet. Hier werd de interesse in de Steentijd en de Prehistorie gewekt. Op mijn zestiende ben ik naar Stonehenge gegaan, mijn eerste Megaliet. Dat vond ik fantastisch. Daar werd de kiem gelegd, al deed ik daar, voor een lange tijd, niets mee.”

Zijn eerste baan was bij Rijkswaterstaat. Hij had Drenthe in zijn rayon en zo af en toe sloeg hij eens van de weg af naar een hunebed. In de jaren ’80 wist hij zo’n vijfentwintig hunebedden uit zijn hoofd te liggen. Maar zeven, acht jaar terug begon het pas echt.
“Ik ben op een zondagmiddag alle hunebedden die ik wist te liggen op gaan zoeken en gaan fotograferen. Dat ging hartstikke leuk. Op advies van het thuisfront, heb ik de overige Nederlandse hunebedden bezocht en vastgelegd. Ik had een topografische atlas van Drenthe waarop ik de hunebedden kon vinden. Ik heb nog wat boeken gekocht en me verdiept in hunebedden. Ik heb ze alle 54 bezocht aan de hand van deze atlas.”

Willem had de smaak te pakken. En toen er iemand was, die hem vertelde dat er vlak over de grens in Duitsland ook nog een paar hunebedden lagen, was zijn aandacht getrokken. Met niet meer dan een fietsroutekaart van Drenthe en Emsland, ging hij opzoek naar een tiental hunebedden over de grens.

“Dat was best een zoektocht, want de fietskaart was niet heel gedetailleerd. Ik vond een aantal hunebedden. En zag opeens een nummer daarbij 881. Ik dacht wat een gekke Duitsers, je begint toch niet bij 870 met een nummering. Bij thuiskomst kwam ik erachter dat het om het Sprockhoffnummer ging. En dat veel meer dan een paar hunebedden in Duitsland lagen.”

Ernst Sprockhoff was een prehistoricus uit Duitsland, die in de ’30 jaren de tot dan toe bekende hunebedden in Duitsland documenteerde en categoriseerde. Je zou kunnen zeggen de Van Giffen van Duitsland. De taak van Sprockhoff was echter vele malen groter. Uiteindelijk heeft hij zo’n 950 hunebedden gedocumenteerd. En genummerd. Deze nummering wordt nog steeds gebruikt in Duitsland. Het was voor Donker het startschot voor een ongelofelijke onderneming.

“Ik heb alle drie atlassen van Sprockhoff besteld. Ik heb boeken gekocht en informatie verzameld. De hobby breidde zich uit. Ik wilde ook de verschillende typen hunebedden beschrijven. En ik begon opmetingen van de hunebedden te maken. Ik heb mezelf alle kennis bijgebracht. Ook het geologische aspect werd belangrijker voor mij, wat was de ligging en in welke omgeving lag het hunebed.”

Thuis moedigden ze hem aan en zo begon Willem Donker, van origine landmeetkundige en inmiddels makelaar in Heerenveen zijn vrije uren te vullen met Duitse hunebedden. Binnen een kleine vier jaar had hij de hele Westgroep aan hunebedden bezocht en vastgelegd. Ongeveer driehonderdvijftig stuks.

“Er zijn er in totaal zo’n 1350 bewaard gebleven in Duitsland. In het begin zei ik tegen mezelf ik ga ze niet allemaal bezoeken, ik doe alleen de Westgroep. Maar als je dat dan hebt afgerond…

Hij maakte albums en boeken van de Duitse hunebedden per Landkreis. In verloren uurtjes struint hij google-earth af en probeert hij handige routes uit te stippelen. Hij bereidt zich nauwkeurig voor. Tot nu toe bezocht hij er zo’n twaalfhonderd. Nu net is hij terug van zijn laatste reis naar de omgeving Neubrandenburg aan de Poolse grens. Wat is nu eigenlijk de sensatie?

“In Duitsland gaat men slordig om met de hunebedden. De meeste hunebedden zijn grotendeels gesloopt of beschadigd. Ze zijn moeilijk te vinden. De zoektocht is prachtig. Ik sta soms echt te juichen bij een hunebed. Soms vind ik een hunebed pas bij de derde keer zoeken. Ik spring over sloten, scheur regelmatig spijkerbroeken en ben in hachelijke situaties met wilde zwijnen en wolven beland, maar ik moet en zal zo’n hunebed vinden. Liggen er in een deelstaat 321 hunebedden, dan neem ik geen genoegen met 320.”

De aangetaste prehistorische graven liggen op de gekste plekken. Vaak afgelegen, soms op boerenerven of militair trainingsgebied. Willem heeft er alles voor over om zo’n hunebed te vinden, maar wat doet hij, naast het juichen, nu precies bij zo’n hunebed.

“Ik neem foto’s en meet het hunebed. Ik onderzoek welk type het is en noteer welke stenen overgebleven zijn; dan wel zijn weggehaald. Daarnaast neem ik altijd even een momentje om me in te denken hoe het er 5500 jaar geleden aan toe zou zijn gegaan op deze plek.”

Wat kun je zeggen over de ligging van de hunebedden in Duitsland?
“Ze liggen bij een stroompje, een rivier of een pingoruïne, allemaal bij water. Ook liggen ze wat hoger in het landschap in de omgeving van stuwwallen. Deze zaken vallen het meeste op.”

Nog zo’n vijf reizen, dan heeft Willem ze allemaal bezocht. Alle DERTIENHONDERVIJFTIG! Een onnavolgbare jacht. Sprockhoff kwam tot zo’n negenhonderdvijftig (waarvan circa 100 overgenomen van 19e eeuwse amateurs; deze 100 hunebedden waren in Sprockhoff zijn tijd al gesloopt), toegegeven zonder auto en google. Een enkeling heeft alle hunebedden uit één of meerdere deelstaten bezocht. Maar niemand is zo bezeten geweest als Willem. Hij zoekt al een tijd naar een manier om al deze informatie digitaal samen te brengen tot zijn meesterwerk. Hij benaderde het Hunebedcentrum voor een samenwerking. Vanuit het oogpunt van Willem logisch“Voor brood ga je naar de bakker, voor hunebedden naar het Hunebedcentrum.” 

Willem is uniek. Willem is onverzettelijk. Hij zet door en geniet van elke hunebeddentrip. Hij is de moderne jager-verzamelaar, van megalithische bouwwerken dan wel te verstaan. Niet om te overleven, maar om van te genieten.

“Thuis zeggen ze ook steeds; hij gaat weer op hunebeddenjacht. En als je eenmaal aan het verzamelen begint, wil je ze ook allemaal vinden.”

Op het Hunebednieuwscafé vind je talloze Duitse hunebedden. Gemeten, gedocumenteerd en gefotografeerd. Straks zullen dat er meer dan 1300 zijn. Allen bezocht en vastgelegd door een goedlachse Fries met een ongebreidelde passie voor hunebedden.