Eindelijk ben ik bij de megalithische plek in Alcalar. In vorige artikelen op deze website van Nadine Lemmers en Henk Boezen staan er al prachtige foto’s en achtergrondinformatie van de megalithische monumenten die hier zijn. Nu ik toch op vakantie ben in Zuid-Portugal, de Algarve, is dit een mooie gelegenheid daar eens op bezoek te gaan en te proberen om helderziend wat waar te nemen van het oorspronkelijk gebruik van dit megalithische monument. Want is dat vergelijkbaar met de hunebedden in Drenthe of gebeurde in Alcalar iets heel anders?
Na binnenkomst bij het bezoekerscentrum staat na een toegangsweg van circa honderd meter een stenen constructie in de vorm van een platte heuvel (zie figuur 1). Bovenop is een balustrade gemaakt vanwaar je in het centrum van de constructie kunt kijken. Dat is wel prettig want de ingang op de begane grond is bijzonder smal. Na twee à drie pogingen ben ik maar weer gestopt om niet klem te raken in de gang.

De doorsnede van de heuvel is 25 – 27 meter en er loopt aan de oostkant een gang vanaf de rand naar het centrum van deze constructie. Daar is een ronde kamer met drie zij-nissen. Ze staan in de plattegrond van figuur 2 aangegeven. De ronde kamer was volgens de folder van het bezoekerscentrum oorspronkelijk overkoepeld.

Toelichting:
A = Pad langs de rand van de Tholos
B = Steenconstructie
C = Ingang
D = Gang onderverdeeld in drie stukken
E = Centrale ronde kamer
F = Zij-nissen van de ronde kamer
Tholos 7 is niet precies op het oosten gericht, maar oost-zuid-oost.
In figuur 3 staat een foto van de toegangsweg uit de folder. Te zien is hoe de gang is onderverdeeld in stukken. Waarschijnlijk is deze foto tijdens de restauratie genomen omdat een deel van de overkapping van de gang ontbreekt.

Deze tholos is in de afgelopen jaren ingrijpend gerestaureerd. De vraag is wel in hoeverre energieën die zo belangrijk zijn bij metafysische bouwwerken door de restauratie verstoord zijn. Gelukkig was de metafysische energie voor mij al vanaf tientallen meters afstand van dit bouwwerk, de Tholos 7 genaamd, te voelen. Nummer ‘7’ komt van de nummering van de megalithische plekken van Alcalar, deze tholos is de zevende plek. Bovenop de Tholos 7 voel ik de bron van de megalithische energie: precies middenin de centrale kamer van de Tholos 7.
Herkomst van de naam tholos
De naam tholos die door de hedendaagse Portugezen aan dit bouwwerk is gegeven, komt uit het oud-Grieks. Daarmee werd een rond gebouw met een koepelvormig dak bedoeld, al dan niet omringd door zuilen. Vele heiligdommen uit de oudheid hadden een dergelijke tholos. Het Athena-Pronoia heiligdom van Delphi in Griekenland had in het centrum een tholos staan omringd door zuilen. In figuur 4 is duidelijk nog de ronde structuur van de tholos te herkennen.

Het was een plaats die al duizenden jaren als een heilige plek in gebruik was voordat de tempel van Delphi daar gebouwd werd. Voor hedendaagse onderzoekers is het niet duidelijk waarvoor deze tholos gediend heeft. Mogelijk dat in deze tholos de priesteres van de tempel op een driepoot gezeten was (zie figuur 5), waar ze haar uitspraken deed. Deze priesteres, de Pythia, fungeerde als ‘doorgeefluik’ voor de openbaringen van de goden.

De Pythia werd bijgestaan door drie andere priesters of priesteressen, de ‘prophètès’ genaamd, die haar uitspraken omzetten naar verzen. Deze werden aan de vragensteller medegedeeld.
Terug naar het verleden van Tholos 7
Wat gebeurde in Tholos 7 enkele duizenden jaren voor Christus? Waarvoor werd deze grote constructie toentertijd gebouwd? Een constructie die een enorme inzet van mensen en middelen moet hebben vereist én, niet te vergeten, kennis van metafysica. Een zodanige kennis dat door de tholosbouwers de metafysische aarde-energie kon worden opgespoord, versterkt en gericht zodat er precies in het midden van de Tholos een krachtig energiepunt zou komen. Dat hebben ze zo goed gedaan dat er heden ten dage in het midden van de Tholos 7 een focuspunt is van metafysische aarde-energie.
Om meer van het oorspronkelijk gebruik van de tholos te weten te komen, stel ik me helderziend in, net als bij een aura-reading, op een belangrijke gebeurtenis uit het verleden van deze Tholos 7. Even later beginnen beelden en geluiden door te komen van een enthousiaste menigte in een feeststemming. Geluiden van trommels en mogelijk cimbalen klinken er. In het midden van de mensenmenigte voor de tholos zie ik een vrouw in prachtige, witte kleding als van een prinses of priesteres. Ik hoor de mensen zoiets zeggen als: “Zij is onze nieuwe priesteres! Zij gaat ons vertellen over hemel en aarde. Zij zal de boodschappen van de goden overbrengen die ons welvaart zullen brengen: goede oogsten, genezing van zieken, bescherming tegen vijanden en alles wat nodig is om hier een bloeiende gemeenschap te hebben”.
Ze staat op een verhoging die door een aantal mannen wordt gedragen door de menigte heen. Dan is de vrouw in het wit aangekomen bij de ingang van Tholos 7 (zie figuur 6). Daar stapt ze van de verhoging af. Priesters en priesteressen wachten haar op. Eén van hen vraagt: “Zijt gij de gezegende die de goden ons hebben gezonden om aarde en hemel te verbinden?”
“U zegt het,” antwoordt de vrouw, “mijn afkomst is nederig, maar ik zal mij inzetten voor het welzijn van de stam.”
“Zijt gij voldoende voorbereid op uw taak?” wordt er gevraagd.
“De priesteressen hebben mij opgeleid. Dag en nacht stond ik tot hun beschikking om me in te stellen op de goden en hun zegen af te smeken voor het welzijn van de mensen. Ook mocht ik eenmaal met de hulp van de goden opstijgen naar hun land van licht en liefde. Daar heb ik een inwijding gekregen voor de taak van priesteres”.
Ik ‘zie’ helderziend dat de plek die nu Tholos 7 wordt genoemd, toentertijd een andere naam had met de volgende betekenis: “de plek waar de kracht en het streven van de goden voelbaar is en haar zegen aan de mensen kan worden doorgegeven”.

De geloftes van de toegangsweg
“Treedt binnen!” roepen de priesters en priesteressen, “de tempel staat voor u klaar, maar eerst zult u net als iedere ingewijde de eed van trouw moeten afleggen. Wilt u, o priesteres, u volledig inzetten voor het heil van de stam en voor alle leden van de stam die nederig uw hulp vragen?”
Zij antwoordt: ”Ja, priesters en priesteressen van deze tempel, ik zal me daar volledig voor inzetten, met al mijn vermogens.“
“Zult u de krachten van het duister en ongewisse van de lagere bedoelingen van de mens, zoals manipulatie en overheersing door anderen, weerstaan zodat uw contact met de goden zuiver is?” “Naar mijn hele vermogen zal ik de krachten van de lagere bedoelingen, manipulatie en overheersing door anderen weerstaan. Mogen de goddelijke krachten mij helpen als ik daarin op de proef gesteld wordt.”
“Treedt binnen priesteres, door de gang van deze tempel en vindt uw weg naar het centrum.” De menigte die de hele tijd ademloos meegeluisterd heeft, juicht. Vol spanning hadden de mensen de beslissende woorden van de priesters afgewacht en eindelijk is ze toegelaten tot de tempel.
De priesteres bukt zich en schuifelt langzaam de smalle gang in. Als ze enkele meters gevorderd is, wordt haar weg versperd door een priesteres die haar vraagt: “Bent u zeker van uw missie? Mensen die het met uw uitspraken niet eens zijn, kunnen u en uw naam door het slijk halen en proberen u een slechte naam te geven en in een kwaad daglicht te stellen. Nu kunt u nog teruggaan priesteres, dan bespaart u zich in de toekomst mogelijk een grote schande!”
“Nee ik wil doorgaan,” antwoordt de priesteres, “dit is mijn roeping en de goden zullen mij steunen als ik in hun geest handel!”
“Kom verder” hoort ze.
Weer schuifelt ze verder door de smalle gang. Ze ziet verderop het licht in de centrale kamer branden. ‘Daar moet ik heen!’ gaat er door haar heen. Ze is er al dichtbij als ze opnieuw wordt tegengehouden door een priesteres: “O, priesteres, weet wat u wilt. De krachten van de goden kunnen te sterk worden voor een mens. Gekte en waanzin kunnen op de loer liggen. Dan gaat u wartaal uitslaan en de mensen zullen u verwerpen als een gek of zottin. Ze zullen u beschimpen en bespotten. U kunt nu nog terug, wat wilt u?”
De jonge priesteres schrikt van deze woorden. Inderdaad, ze heeft verhalen gehoord dat ooit een priesteres buiten zinnen raakte en afgevoerd moest worden naar een klein huisje buiten het dorp, omdat ze in het dorp niet meer te handhaven was. Opnieuw bezint de priesteres zich op haar roeping en voelt heel duidelijk dat het priesteres worden in deze tempel in dienst van de mensen van haar stam datgene is wat ze echt wil. “Ja, ik wil hier priesteres worden,” zegt ze, “ik voel dat dat mijn roeping is en niet iets anders.” “Kom verder!” hoort ze.
In het hart van de tempel
Ze schuifelt verder en dan eindelijk komt ze in de centrale kamer van de tempel (zie figuur 7). Ze voelt hoe bijzonder de energie hier is, een energie waarin ze snel in trance kan gaan. “Welkom in het hart van deze tempel. Hier is de plek waar de goden beslissen of u hier priesteres van de stam kunt worden.” Een priester en twee priesteressen zijn hier aanwezig om haar trance-zitting te begeleiden. Ze voelt nu dat ze op de plek is gekomen waar het erop aan komt, de plek waar het echt gebeurt, waar de stroom van kracht tussen mensen en goden tot stand kan komen. Maar het is ook een kracht die door de mens gedragen moet kunnen worden, anders wordt het contact verbroken.

Gezamenlijk wordt een lied gezongen, eigenlijk meer een keer op keer herhaalde smeekbede aan de goden dat ze de nieuwe priesteres zullen ontvangen en de mensen van de stam genadig mogen zijn, zodat de stam een nieuwe priesteres krijgt om de raad en zegen van de goden over te brengen.
Ze moet even wachten totdat de priester en de priesteressen hun plaats hebben ingenomen aan de rand van de ronde kamer. Dan wordt ze uitgenodigd om in het midden plaats te nemen op een verhoging (nu niet meer aanwezig).
De naam van de priesteres is Sjivai, dat ‘stralende ster van het licht van de goden’ betekent. Al eerder had Sjivai, voordat ze naar de tholos kwam, speciale kruiden gekauwd en doorgeslikt. Ze wist dat dit de kruiden waren om haar ontvankelijk te maken voor het contact met de goden. Terwijl ze daar zit, voelt ze hoe er een opwaartse kracht is die haar uit haar lichaam aan het drukken is. Ze zegt zacht voor zich een speciale spreuk voor contact met de goden: “Dat de goden mij goed gunstig zijn, dat ze mij mogen ontvangen, dat ik het waardig ben hen te ontmoeten” en dit herhaalt ze keer op keer. De priester en priesteressen zijn een zacht gezang begonnen gericht op de goden zodat die de nieuwe priesteres zullen ontvangen.
Sjivai keert zich meer en meer in zichzelf en richt haar gedachten op de goden boven haar. Ze krijgt een gevoel alsof ze gaat zweven. Ze komt los van haar lijf en krijgt het beeld in een waas te zweven.
De wereld van de goden
Ze blijft zich innerlijk richten op de goden en ineens krijgt ze een warm en stevig makend gevoel in haar kruin. Ze weet uit ervaring dat ze contact met de goden heeft gekregen. De waas om haar heen verandert en het wordt lichter en lichter. Dan, vrij plotseling, is ze in een lichtende wereld. ‘De wereld van de goden’ gaat het door haar heen. Voor haar staat een stralende figuur waar ze heel veel liefde en rust bij voelt. ‘De god die me helpt en bijstaat’ realiseert ze zich spontaan. Die kan haar begeleiden en daar kan ze op steunen bij haar werk.
“Wil je priesteres van de tempel worden?” hoort ze de lichtende figuur zeggen of eigenlijk hoort ze dat ‘als vanzelf’ in haar, innerlijk, maar heel duidelijk. Ze voelt diep van binnen dat dat haar roeping is, dit wil ze en niets anders.
“Ja,” antwoordt ze, ”dat is mijn diepste wens. Ik wil voor de stam dienen zodat mensen geholpen worden die problemen hebben en het moeilijk hebben.” Ze dacht aan haar moeder, die erge buikkrampen had gehad en nauwelijks meer voor haar kinderen kon zorgen. De kruiden die de priester haar had gegeven werkten niet en tot slot werd besloten een trance-zitting te organiseren om de goden te raadplegen. Haar moeder had daarvoor de priesters een kan met heel heerlijke drank als offer aan de goden gegeven.
De trance-zitting werd in de tholos gehouden en haar moeder kreeg te horen dat er speciale massages nodig waren voor haar buik, kruiden om op te eten en ze moest een vies smakend drankje slikken. Haar moeder moest kokhalzen van het drankje. Daarna ging ze zich heel slecht voelen: misselijk, pijnlijke krampen in haar lichaam en uiteindelijk kreeg ze vreemde donkere ontlasting. Zonder andere dingen te eten moest ze dat twee keer herhalen. Steeds kreeg ze minder donkere ontlasting. Daarna moest ze eerst alleen sap drinken en later pas ander voedsel. De buikkrampen werden steeds minder en haar moeder herstelde langzaam. Uiteindelijk herstelde ze volledig. De priesters zeiden dat de goden haar leven gered hadden. Als kind was Sjivai heel bang geweest haar moeder te verliezen en ze was heel blij dat haar moeder uiteindelijk herstelde. Voor haar waren de priesters en priesteressen en de goden de redders van haar moeders leven geworden.
“Ben je in staat goed voor jezelf te zorgen ondanks problemen van anderen?” hoort ze. “Ik zal mijn best doen,” antwoordt ze, want ze weet dat ze soms zo bewogen wordt door de problemen van anderen dat ze zichzelf dan wat tekort doet. Ze beseft dat ze zich niet moet laten meeslepen door andermans problemen, maar er weer los van moet komen. “De goden werken door jou,” hoort ze nog, “zij helpen de mensen te genezen, dus niet jij maar de goden helpen om mensen te genezen. Door hen los te laten, help je de onbelemmerde doorstroom van ons licht”. Ze voelt een zachte stroom licht door haar heen gaan en uitstralen naar haar handen. Ze beseft dat ze in het licht van het goddelijke zo haar werk zal kunnen doen.
“Sjivai, de goden geven je de zegen voor je werk als tempelpriesteres. Ze zullen je bijstaan in moeilijke tijden en bij lastige problemen. Maar vergeet niet dat jij het kind bent van het licht van de goden en niet zelf degene bent die genezingen uitvoert of adviezen geeft. Als je daarnaar handelt, zullen het licht en de liefde van de goden voor altijd bij je zijn.”
“Je mag nu weer teruggaan Sjivai, ik zal je de zegen van de goden geven en je bijstaan bij je werk als tempelpriesteres.” Ze voelt hoe een lichte stroom van energie over en door haar heen komt. ‘De zegen van de goden’ bedenkt ze, ‘ze hebben mij geaccepteerd als priesteres!’ Het heldere lichtende rijk van de goden verdwijnt weer uit zicht. Opnieuw komt ze in een waas terecht. Even later wordt ze weer moeizaam één met haar lichaam. Ze voelt dat de kruiden nog niet uitgewerkt zijn en het kost haar moeite weer helemaal bewust te worden in haar lichaam. Als ze haar ogen weer opendoet, ziet ze hoe de priester en priesteressen hun aandacht op haar gericht houden. “Ik heb de zegen van de goden gekregen”, zegt Sjivai nauwelijks verstaanbaar. Maar dat is al duidelijk genoeg voor de priester en priesteressen die spontaan een danklied voor de goden inzetten. “O god, o god, dank u dat u deze priesteres hebt willen ontvangen en opnemen in uw lichtende wereld. Dank dat u de stam verrijkt hebt met een priesteres die in deze tempel het contact met de goden mag hebben.” Dit danklied wordt nog een aantal malen herhaald.
De geschenken
Langzaam komt Sjivai bij en de priesteressen bevragen haar om precies te horen wat er allemaal gebeurd is. Ze hadden al aangevoeld dat de missie van Sjivai geslaagd was. Het verhaal dat ze van Sjivai horen, past daar volledig bij en de priesteressen zijn nu geheel overtuigd. Eén van de priesteressen gaat door de gang naar buiten om te zeggen dat de goden de nieuwe priesteres voor deze tempel aanvaard hebben. De mensen buiten beginnen spontaan een danklied voor de goden te zingen.
De tijd van het vertrek uit de tempel is aangebroken en Sjivai schuifelt door de smalle gang richting uitgang. Na circa één meter moet ze van een priesteres stoppen. “Dit is het teken van je waardigheid als priesteres van deze tempel” zegt de priesteres en ze krijgt een schitterende steen aan een koordje dat ze om mag hangen. Ze kent het teken van andere priesteressen en ze weet dat mensen daar ontzag voor hebben, want het teken zegt dat de priesteres in staat is tot contact met de goden. Ze krijgt te horen dat deze steen haar waardigheid als priesteres symboliseert maar haar ook verplicht zich ernaar te gedragen.
Verderop in de gang is er opnieuw een geschenk voor haar. Ze krijgt van de priesteres die haar daar opwacht, een groene ceintuur aangereikt. Een ceintuur die aangeeft dat ze tot deze tempelorde behoort, want alleen de priesteressen van deze tempel mogen deze ceintuur dragen. Vanaf nu moet ze met respect behandeld worden, anders zal de gram van de goden hen treffen die haar respectloos benaderd hebben. Zij zal nu met waardigheid en indachtig haar bijzondere spirituele opdracht in de gemeenschap, anderen benaderen.
Ze schuifelt door de gang naar buiten waar de priesters en priesteressen haar ontvangen: “Welkom priesteres van deze tempel” hoort ze, “wees onze mensen genadig met de zegeningen die u van de goden mocht ontvangen.” De menigte voor de Tholos juicht als ze dit horen en een aantal mensen begint een danklied voor de goden te zingen. Anderen vallen bij en dragen zo bij aan een blije sfeer.
Weer mag ze op een verhoging staan die door vier sterke mannen wordt gedragen. Spontaan strekt ze zegenend haar handen uit naar de mensen. Ze glimlacht en roept ”dat de zegen van de goden op jullie rust”. Terwijl ze dit doet, voelt ze stromen van lichte, sprankelende energie, zoals ze in de wereld van de goden gevoeld heeft, door haar heen gaan en door haar handen uitstromen naar de mensen om haar heen. Ze hoort uitroepen van dankbaarheid van de mensen om haar heen. Verderop stapt ze weer van de verhoging af en gaat ze naar haar huis toe.
Tot slot
’s Avonds is er een gemeenschappelijke maaltijd waar zij als nieuwe tempelpriesteres een ereplaats heeft bij de andere priesters en priesteressen. Sjivai is blij maar tegelijkertijd overweldigd door alle bijzondere ervaringen van vandaag. Ze weet dat ze nog een paar dagen bij mag komen en dan zal ze de eerste vragen krijgen als tempelpriesteres om daarmee in trance de goden te raadplegen voor antwoorden. Ze kijkt daar naar uit, eindelijk kan ze doen wat ze haar hele leven al wilde.

Terugblik
Het was voor mij verrassend en ontroerend om dit verhaal over de inwijding van een priesteres door te krijgen. Een verhaal waaruit voor mij veel blijheid en menselijkheid sprak. Dat was voor mij des te sterker omdat ik niet alleen de beelden kreeg van wat toen gebeurde maar ook de gevoelens.
Ik was ook verbaasd over de naam van deze megalithische constructie, tholos, en de parallel met de Griekse tholos uit de oudheid, waarvan Delphi nog een mooi voorbeeld is en waarover veel geschreven bronnen bestaan. Het spirituele gebruik van deze Griekse tholos als plek waar een priester of priesteres in trance ging, loopt redelijk parallel met die van Tholos 7 in Portugal. Maar, en dat is zeker zo opmerkelijk, het gebruik ervan loopt ook parallel met de hunebedden in Drenthe en elders in Europa zoals ik die gezien heb in Duitsland, Denemarken en Frankrijk. Ook daar zag ik helderziend een spirituele cultuur met priesters en priesteressen die in trance gingen, uittraden en hun spirituele gidsen, hun goden, om raad vroegen. Een raad die zeer gewaardeerd werd door de stam. Ook daar was dus kennis aanwezig van een ‘metafysische technologie’ waardoor ze energetisch krachtige ‘heilige’ plekken konden construeren. Plekken geschikt voor gebruik door de priesters en priesteressen om in trance te gaan en uit te treden.
De toegangsgang in deze Tholos 7 was onderverdeeld in drie stukken. Bij sommige hunebedden is er eveneens sprake van een onderverdeling in de toegangsweg. Vaak is de metafysische energie ook sterker op de overgangsplekken in zo’n gang. Jammer genoeg was de gerestaureerde gang te smal voor mij om dat goed te kunnen waarnemen. Waarschijnlijk liepen de plaatsen van geloften bij de priesteres-inwijding in Tholos 7 parallel met deze plekken. Ze maakten de gevoelsmatige beleving van de inwijding waarschijnlijk een stuk sterker. Zo werd de inwijding een soort mysteriespel wat door zijn dramatische kanten een diepe indruk op een ingewijde kan achterlaten.
De functie van de zij-nissen is minder duidelijk. Mogelijk waren dit plekken voor de begeleidende priesters en priesteressen om de trance-zitting te begeleiden. In de Tholos 9 hebben de zij-nissen ook energiepunten. Dat duidt, samen met de krachtige centrale energieplek in de ronde kamer, op een ritueel gebruik.
Interessant is dat er eigenlijk over grote delen van Europa sprake was een spirituele cultuur met gelijksoortige elementen. Dat werpt de vraag op in hoeverre er sprake was van een toenmalige Europese uitwisseling van kennis en kunde op spiritueel gebied!
Naast de Tholos 7 ligt een wat kleiner monument, de Tholos 9 (zie figuur 9). Dit is het onderwerp van een volgende aura-reading.

Meer informatie
Meer verhalen over het verleden van hunebedden die door middel van aura-reading zijn verkregen, zijn te vinden in de rubriek ‘Mijnhunebed’ van het Hunebedcentrum te Borger en op de website van het KoendalinieNetwerk. Daar staat ook wat een aura-reading is.